Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Additionele Detector Configuratie Parameters - Satel abax ACU-100 Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

ACU-100
direct verzonden. De detectoren (kunnen) in de passieve mode werken indien het alarm
is uitgeschakeld.
Actieve mode – Alle informatie wordt direct verzonden naar de controller.
Opmerking: Het AMD-103 magneetcontact blijft altijd in de actieve mode.
Indien de controller werkt als een uitbreiding voor draadloze apparaten voor de INTEGRA,
INTEGRA Plus of VERSA alarmsystemen, zal de werkingsmode van de detector
aangestuurd worden via de communicatie bus. Inschakelen van het blok zal alle draadloze
detectoren in de actieve mode zetten, en uitschakelen weer terug naar de passieve mode.
In alle andere configuraties zal de detector werkingsmode aangestuurd worden door
de controller ingangen. Bepaal voor iedere detector de ingang die de detector aanstuurt. Sluit
een juist geprogrammeerde uitgang van het alarmsysteem aan naar de ingang. Activering
van de controller ingang zal de detector schakelen naar de actieve mode.
Het omschakelen van de detector status van passief naar actief en andersom, vind plaats
gedurende de communicatie periode en wordt met enige vertraging gedaan in relatie met
omschakel commando. Deze vertraging hangt af van de gekozen communicatie periode en
kan 12, 24 of 36 seconden zijn.
De C
OMMUNICATIE PERIODE
verbruik verminderd als de frequentie van communicatie tussen controller en detector wordt
verlaagd.
Het is aan te raden in sommige situaties de detector op altijd actief te zetten. Bijvoorbeeld, de
gebruiker wil er zeker van zijn dat er geen raam open staat op het moment van inschakelen.
Het omschakelen van het raam magneetcontact naar permanente actieve status voorkomt
het risico dat het raam open staat bij het inschakelen, en de raam open informatie het
alarmsysteem nog niet heeft kunnen bereiken.
De manier van het permanent omschakelen van de detector naar de actieve status hangt af
van de controller werkingsconfiguratie. Selecteer de corresponderende opties voor de
draadloze detector indien de controller samen met een INTEGRA, INTEGRA Plus of VERSA
alarmsysteem. Of anders dient de controller ingang geprogrammeerd te worden als altijd
actief.
Volgens de EN50131-3 standaard alle Hold-up apparaten gebruikt met
de ACU-100 controller, moeten altijd in actieve mode staan.
De batterijen verzekeren de werking van de detectoren voor een periode van
ongeveer 3 jaar, aangenomen dat deze in de passief status blijven voor een
gedeelte van die periode, en met een Communicatie periode van 12 seconden.
Een langere Pollingsperiode (24 of 36 seconden) betekent verlenging van
de batterij levensduur. De levensduur van de batterij in de detector welke
continue in de actieve mode staat zal korter zijn dan degene die periodiek in
deze mode geschakeld worden. Maar indien het specifieke karakter of
de installatie plaats zo is dat het aantal activeringen laag is, dan zal het
omschakelen van de detector naar actieve mode niet echt veel invloed hebben
op de levensduur van de batterij.
6.1
A
DDITIONELE DETECTOR CONFIGURATIE PARAMETERS
APD-100 – Draadloze passief infrarood detector. De gevoeligheid kan worden
geprogrammeerd. In geval van detectoren met firmware versie 2.01 kunt u tevens
bepalen of u de optie van immuniteit van dieren (pet detectie) tot 15 kg in gewicht
geactiveerd dient te worden.
APMD-150 – Draadloze dual detector. Het volgende kan worden geprogrammeerd:
– Gevoeligheid van de Infrarood;
SATEL
heeft effect op het batterij verbruik van de detector. Het batterij
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave