22
OSEC
5.1.2 Configuratie
de ACU-100 controller of ACX-201 werkend met overige alarmsystemen
Programmering van de zones/uitgangen van de uitbreiding is mogelijk door gebruik te maken
van een LCD bediendeel aangesloten op de ACU-100 controller, of bij gebruik van het
D
10
LOAD
SOFTWARE
Het is nodig om de werking configuratie van de detectoren, aangesloten op de uitbreiding,
te bepalen en de gevoeligheid te programmeren voor iedere zone uitbreiding. Tevens dienen
de uitbreiding zones te worden toegekend aan de geselecteerde uitgangen van de controller.
Onafhankelijk van hoe de uitbreiding zones worden geprogrammeerd, dienen de zones van
het alarmsysteem waarop de ACU-100 controller uitgangen worden aangesloten, als NO of
NC type te worden geprogrammeerd (zie ook hoofdstuk I
In het LCD bediendeel dient iedere wijziging van het zone type en gevoeligheidsniveau
gedaan te worden via de
de parameter waardes te wijzigen. De en toetsen maken het mogelijk te bewegen
tussen de bovenste en onderste lijnen van het display, bijv. tussen de parameters die worden
geprogrammeerd.
Klik in het D
10 programma in de "Configuratie" kolom op het veld die refereert aan
LOAD
de zone uitbreiding waarvoor het type en gevoeligheid geprogrammeerd dienen te worden.
De parameters worden gescheiden door een minteken. De eerste positie is het zone type. Bij
gebruik van het bediendeel kunt u hier een cijfer van 0 tot 5 invoeren volgens Tabel 5.
De tweede positie is de zone gevoeligheid. Bij gebruik van het bediendeel kunt u hier een
waarde tussen de 20ms tot 5100ms invoeren. Binnen het bereik van 20ms tot 140ms is het
mogelijk waardes per 20ms (20ms, 40ms, 60ms, etc.) in te voeren. De volgende waarde
die kunnen worden ingevoerd is 300ms. Binnen het bereik van 300ms tot 5100ms is het
mogelijk waardes per 200ms (300ms, 500ms, 700ms, etc.) in te voeren. Indien een nummer
verschillend van die van de waardes hierboven wordt ingevoerd, dan wordt dit afgerond naar
de eerst volgende ondersteunde waarde (bijv. na invoeren van 301, dan is de volgende
waarde die wordt ingevoerd 500ms).
Om de uitganguitbreidingen te configureren dient u de juiste ACU-100 ingangen te gebruiken
welke de uitganguitbreiding aansturen. De ingangen worden aangesloten op de daarvoor
bestemde geprogrammeerde uitgangen van het alarmsysteem.
6. D
RAADLOZE DETECTOREN IN HET
De draadloze detectors verzenden informatie naar de ACU-100 controller over activeringen,
sabotage en lage batterijstatus. Twee detector werking modus zijn beschikbaar:
–
Passieve mode – De batterij bespaar mode, waarin informatie over activeringen en
de batterij status verzonden wordt naar de controller gedurende de communicatie
periode (zie de C
Tweeweg draadloos systeem ABAX
van
de
ACX-200
programma.
CONFIGURATIE
Cijfer
0
1
2
3
4
5
OMMUNICATIEPERIODE
zones/uitgangen
NTERACTIE MET ALARMSYSTEMEN
functie. De en toetsen maken het mogelijk
Zone type
geen detector
NC
NO
EOL
2EOL/NO
2EOL/NC
Tabel 5.
ABAX
SYSTEEM
parameters), alleen de sabotage informatie wordt
ACU-100
uitbreiding
voor
).