Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

8
OSEC
De alarmsysteem uitgangen welke de ACU-100 controller ingangen aansturen dienen juist te
worden geconfigureerd (type, polarisatie, werkingstijd, etc.).
Om de werking van de draadloze detectoren aan te sturen, kan de alarmsysteem uitgang
worden geprogrammeerd als bijvoorbeeld de I
het alarmsysteem zal de detectoren schakelen naar de actieve mode, en bij uitschakelen
naar de passieve mode (detector werking modes worden beschreven in de sectie D
DETECTOREN IN HET
deactiveren van de detectoren vertraagd is, en in relatie staat met het inschakelen
/uitschakelen (zie: D
Door een uitgangstijd in het alarmsysteem te programmeren kunt u vertraging voorkomen in
het activeren van de detectoren in relatie tot het inschakelen. De uitgang geprogrammeerd
als I
NSCHAKEL STATUS
sommige alarmsystemen staan het toe een keuze te maken uit een andere functie welke de
uitgang direct activeert na het commando van inschakelen. Bijvoorbeeld: de uitgang kan in
het INTEGRA systeem worden geprogrammeerd als
vertragingseffect voor het activeren van de detectoren ten opzichte van het inschakelen kan
dan alleen worden voorkomen indien de uitgangstijd langer is dan de geprogrammeerde
C
OMMUNICATIE PERIODE
Bij het aansturen van detectoren kan de ingang van de controller ook geprogrammeerd
worden als altijd actief. In dit geval zullen de detectoren permanent in actieve status staan.
Om signaleringsapparaten aan te sturen dient u de sirene uitgang of alarmuitgang van het
systeem te verbinden met de daarvoor geprogrammeerde controller ingang. Activeren van de
uitgang op het alarmsysteem zal het signaleringsapparaat aansturen.
2.4
U
ITGANGEN
Indien de controller als uitbreiding samenwerkt met een INTEGRA, INTEGRA
Plus of VERSA alarmsysteem, kunt u niet weten hoe de uitgangen werken, dit
omdat deze moeten worden aangesloten op het alarmsysteem. (Informatie van
draadloze apparaten zal worden verzonden naar het alarmsysteem via de
communicatie bus).
De print van de ACU-100 controller heeft acht OC type uitgangen, welke aan draadloze
detectoren kunnen worden toegewezen. Elk willekeurig aantal draadloze apparaten kan
worden toegekend aan een uitgang. Het aantal uitgangen kan worden uitgebreid door het
aansluiten van de ACX-100 uitbreidingsmodule op de controller. Het maximaal aantal
uitgangen is 48 (controller + 5 ACX-100 modules).
De uitgang wordt geactiveerd na het ontvangen van de informatie van een draadloos
apparaat welke toegekend is aan die specifieke uitgang en afhankelijk van het apparaat type:
• De draadloze detectoren signaleren activeringen;
• De ASP-105 sirene signaleert een lage accu en storing van de +12V DC externe voeding;
• De ASP-205 sirene signaleert bij een lage batterij;
• De ACX-200 en ACX-201 uitbreiding signaleren zone activering;
• De ASW-100 F 230VAC netstekker controllers informeert dat de knop is ingedrukt in Mode
0 of het elektrische circuit was gesloten in Mode 1 en 2.
De uitgangen kunnen worden geprogrammeerd als N.O. (normaal open) of N.C. (normaal
gesloten naar de common). Alle uitgangen (van de controller en de ACX-100 modules
aangesloten op de ACU-100) worden tegelijk geprogrammeerd. Afhankelijk van hoe de
uitgangen zijn geprogrammeerd, zal een activering van de uitgang de volgende LED indicatie
weergeven:
− LED toegekend aan de uitgang gaat AAN (uitgangen geprogrammeerd als het type N.O.);
Tweeweg draadloos systeem ABAX
ABAX
). U dient er rekening mee te houden dat het activeren en
SYSTEEM
RAADLOZE DETECTOREN IN HET
indicatie wordt alleen actief indien de uitgangstijd is verlopen. Alhoewel
.
NGESCHAKELD STATUS FUNCTIE
ABAX
).
SYSTEEM
VOEDING BIJ
ACU-100
. Inschakelen van
RAADLOZE
I
(type 42). Het
N

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave