1
Druk op de knop FUNC.
2
Selecteer
* (Effect
uit) met de pijl
en selecteer de
gewenste instelling
met de pijl
of
* De huidige instelling wordt weergegeven.
Wanneer
is geselecteerd:
Er verschijnt een scherm
voor het instellen van het
contrast, de scherpte en de
kleurverzadiging wanneer u
op de knop SET drukt. Selecteer de optie die u wilt
instellen met de pijl
pijl
of
en druk op de knop SET.
2
1, , , , 3 3 3 3
of
.
of
, stel deze in met de
U kunt direct na het selecteren van instellingen
een opname maken door op de ontspanknop te
drukken. Na de opname wordt het menu opnieuw
weergegeven, zodat u de instellingen eenvoudig
kunt wijzigen.
Contrast
Met deze functie past u de mate van
helderheid aan.
Selecteer - (zwak), 0 (neutraal) of + (sterk).
Scherpte
Met deze functie bepaalt u hoe scherp omtrekken
worden gedefinieerd.
Selecteer - (zwak), 0 (neutraal) of + (sterk).
Verzadiging
Met deze functie past u de kleurdiepte aan.
Selecteer - (zwak), 0 (neutraal) of + (sterk).
3
Druk op de knop FUNC.
De witbalans kan niet worden ingesteld wanneer
de modus
(Sepia) of
geselecteerd.
6. Opnamen maken - geavanceerde functies
(Zwart/Wit) is
83