U hebt QuickTime 3.0 of hoger nodig als u
filmbestanden (AVI / Motion JPEG) wilt afspelen
op een computer. (QuickTime voor Windows
staat op de bijgeleverde Digital Camera Solution
Disk. Voor het Macintosh-platform wordt
QuickTime 3.0 of hoger meestal meegeleverd
met het besturingssysteem Mac OS 8.5 of hoger.)
De volgende bewerkingen zijn mogelijk tijdens
het opnemen van een film:
- Zoomen (geen digitale zoom)
- AF lock (autofocusvergrendeling): druk op de
knop MF.
verschijnt op het LCD-scherm (of
in de zoeker). U kunt de
autofocusvergrendeling opheffen door opnieuw
op de knop MF te drukken.
- AE lock (belichtingsvergrendeling): druk op de
knop
. De balk voor de
belichtingscompensatie wordt op het LCD-
scherm (of in de zoeker) weergegeven. U kunt
de belichting wijizgen met de pijl
de belichtingsvergrendeling opheffen door
opnieuw op de knop
- Beeldstabilisatie: druk op de knop IS om
beeldstabilisatie in of uit te schakelen.
56
5. Handige opnamefuncties
of
. U kunt
te drukken.
Het aantal beelden wijzigen
U kunt het aantal beelden per seconde voor het
opnemen van films selecteren.
d
b
d
a a a a Draai de programmakeuzeknop naar de
stand
.
b b b b Druk op de knop FUNC.
c c c c Selecteer
* (30fps) met de pijl
op de multifunctionele keuzeknop
en stel het aantal beelden in met de
pijl
of
.
c
Resterende
opnametijd
of