Probleem
Bij gebruik van
De batterijen zijn verkeerd in de lader geplaatst.
oplaadbare batterijen:
Slecht elektrisch contact.
batterijen worden niet
opgeladen in de apart
aangeschafte
De polen van de batterij zijn vuil.
batterijlader.
De levensduur van de batterij is overschreden.
Beeld is wazig of niet
U hebt de camera bewogen.
scherp.
Het onderwerp valt buiten het scherpstelbereik.
Het onderwerp laat zich moeilijk scherpstellen.
132
Bijlage
Oorzaak
Oplossing
Plaats de batterijen in de juiste positie in de lader.
Plaats de batterijen stevig in de lader.
Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op de lader en of
de stekker van het netsnoer goed in het stopcontact is geplaatst.
Reinig deze vóór het opladen met een droge doek.
Vervang alle vier batterijen door nieuwe batterijen.
Zorg dat u de camera niet beweegt tijdens het indrukken van de
ontspanknop.
Gebruik een statief en een lange sluitertijd wanneer de
waarschuwing van bewegingsonscherpte
weergegeven.
Schakel de beeldstabilisatiefunctie in.
Zorg dat de afstand tussen de cameralens en het onderwerp
minimaal 50 cm is.
Gebruik de scherpstelvergrendeling of de handmatige
scherpstelling om een opname te maken.
Zie Onderwerpen die problemen opleveren voor de autofocus
(p. 93).
wordt