Flitserinstelling/Flitsintensiteit instellen
Programmakeuzeknop
*1
Wanneer [Flits instel.] is ingesteld op [Handmatig], kunt u
instellingen voor de flitsintensiteit invoeren.
*2
[Flits output] kan worden ingesteld.
Wanneer [Flits instel.] is ingesteld op [Automatisch],
kunt u de instellingen aanpassen met stappen van
1/3 in het bereik van –2EV tot +2EV.
Flitserinstelling
U kunt foto's maken met de flitser en
belichtingsaanpassing door ook de functie voor
belichtingscompensatie van de camera te gebruiken.
Wanneer u opnamen maakt in de modus M of met de
Flitsintensiteit
optie [Flits instel.] ingesteld op [Handmatig], kunt u de
flitsintensiteit in drie stappen regelen, vanaf volledig.
1
Druk op de knop FUNC.
2
Selecteer
(Comp.) of Flits output)
met de pijl
3
Pas de compensatie
aan met de pijl
U kunt direct na het
selecteren van instellingen
een opname maken door op
de ontspanknop te drukken.
Na de opname wordt het
menu opnieuw
weergegeven, zodat u de
instellingen eenvoudig kunt wijzigen.
4
Druk op de knop FUNC.
2, 3
1, 4
(+/-
of
.
of
.
Bijvoorbeeld: [Flits
instel.] is ingesteld op
[Automatisch]
Bijvoorbeeld: [Flits
instel.] is ingesteld op
[Handmatig]
6. Opnamen maken - geavanceerde functies
89