U kunt geen opnamen maken terwijl de flitser
wordt opgeladen.
U kunt instellen hoe lang beelden na het maken
van de opname op het LCD-scherm worden
weergegeven of instellen dat de beelden niet
worden weergegeven (p. 31).
Beeldstabilisatiefunctie
Met de beeldstabilisatiefunctie kunt u het schudden van
de camera (wazige beelden) minimaliseren wanneer u
opnamen maakt van objecten in de verte die u hebt
vergroot of wanneer u opnamen maakt als het donker
is. Deze functie is standaard ingeschakeld.
Door op de knop IS te drukken, kunt u de functie in- of
uitschakelen. Als deze functie is ingeschakeld, wordt
weergegeven.
Als u de knop IS ingedrukt houdt, kunt u de
beeldstabilisatiemodus kiezen. De volgende
pictogrammen worden weergegeven. Selecteer een
instelling met de pijl
keuzeknop en druk op de knop IS.
(Standaard): standaardopnamen maken
(Met teleconverter):
selecteer deze modus als u de
afzonderlijk verkrijgbare teleconverter
(p. 137) gebruikt.
(Met groothoek):
selecteer deze modus als u de
afzonderlijk verkrijgbare groothoeklens
(p. 137) gebruikt.
2. Opnamen maken - basisprocedures
of
op de multifunctionele
29