Wanneer [Flits instel.] op [Automatisch] is
ingesteld, wordt de flitser twee keer geactiveerd.
Eerst gaat een proefflits af, die wordt gevolgd
door de hoofdflits. Met de proefflits worden de
belichtinggegevens van het onderwerp bepaald,
zodat de echte flits optimaal kan worden
ingesteld voor de opname.
De hoogste sluitersnelheid voor
flitsersynchronisatie is 1/250 seconde. Als een
hogere snelheid is geselecteerd, wordt de
sluitersnelheid automatisch ingesteld op 1/250
seconde.
U kunt geen opnamen maken terwijl de flitser
wordt opgeladen.
Het kan tot 10 seconden duren voordat de flitser
is geladen. De werkelijke tijd is afhankelijk van
het gebruik en de lading van de batterij.
U kunt de flitserbelichting en de sterkte van de
flits wijzigen (p. 89).
38
2. Opnamen maken - basisprocedures
Als u opnamen maakt terwijl [Slow sync] is
ingeschakeld, kan de beweging van de camera
een probleem worden. Wij raden u aan een
statief te gebruiken.
De flitsinstelling blijft bewaard in het geheugen
wanneer de camera wordt uitgeschakeld in de
opnamestanden
,
.
,
en