Richtlijnen elektromagnetische omgeving
Er zijn geen speciale eisen met betrekking tot
elektrostatische ontlading.
De magnetische velden van de stroomfrequentie
dienen op niveaus te zijn die kenmerkend zijn voor
een typische locatie in een typische commerciële
omgeving of ziekenhuisomgeving.
Er zijn geen speciale vereisten voor een niet-
commerciële/niet-ziekenhuis omgeving.
Tussen de onderdelen van de HeartSine samaritan
PAD (inclusief kabels) en draagbare en mobiele
RF-communicatieapparatuur dient ten minste
de aanbevolen scheidingsafstand in acht te
worden genomen, zoals berekend op basis van de
vergelijking die van toepassing is op de frequentie
van de zender, of 30 cm als dat verder is.
Er kan interferentie optreden in de
buurt van apparatuur met dit symbool.
OPMERKING: Deze richtlijnen zijn misschien niet
in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische
voortplanting wordt beïnvloed door absorptie en
reflectie van structuren, voorwerpen en mensen.
Testniveau om naleving aan te tonen van de geïdentificeerde
a
criteria om de basisveiligheid en essentiële prestaties te
leveren.
Testniveau om naleving aan te tonen van de extra eisen van
b
de speciale norm IEC60601-2-4 in relatie tot vermijding van
onopzettelijke schoktoediening.
De veldsterktes van vaste zenders, zoals basisstations
c
voor cellulaire telefoons, amateurradio, FM- en AM-
radiozenders en televisiezenders, kunnen theoretisch
niet nauwkeurig worden voorspeld. In dergelijke
gevallen moet een elektromagnetisch onderzoek van de
locatie worden overwogen voor een goede inschatting
van de elektromagnetische omgeving. Als de gemeten
veldsterkte op de locatie voor beoogd gebruik van de
HeartSine samaritan PAD boven het toepasselijke RF-
conformiteitsniveau komt (zie boven), moet het apparaat
worden geobserveerd, om te controleren of het naar
behoren functioneert. Als er een abnormale prestatie wordt
waargenomen, dient te worden overwogen de HeartSine
samaritan PAD, indien mogelijk, te verplaatsen.
De ISM-banden (industrial, scientific, medical) tussen
d
0,15 MHz en 80 MHz zijn 6,765 tot 6,795 MHz; 13,553
tot 13,567 MHz; 26,957 tot 27,283 MHz en 40,66 tot
40,70 MHz. De amateurradiobanden tussen 0,15 MHz
en 80 MHz zijn 1,8 tot 2,0 MHz, 3,5 tot 4,0 MHz, 5,3
c
tot 5,4 MHz, 7 tot 7,3 MHz, 10,1 tot 10,15 MHz, 14 tot
14,2 MHz, 18,07 tot 18,17 MHz, 21,0 tot 21,4 MHz, 24,89 tot
24,99 MHz, 28,0 tot 29,7 MHz en 50,0 tot 54,0 MHz.
NL
C-13
Gebruikershandleiding