6. INBEDRIJFSTELLING
6.1. CONTROLE VAN DE LED'S
Op de kaart is een tweecijferig display aanwezig dat, wanneer
het niet in de " PROGRAMMERING "-modus is, wordt gebruikt
om de status van de ingangen aan te geven. Op fig. 16 wordt
de exacte correspondentie tussen de segmenten (die we van
nu af aan Led's zullen noemen) van het display en de
ingangen aangegeven.
Fig. 21
In de onderstaande tabel wordt de status van de leds gegeven in relatie
tot de status van de ingangen.
Let erop dat:
L
ED AAN
L
ED UIT
Controleer de status van de signaleringsleds aan de hand van de tabel.
Werking statussignaleringsleds
LEDS
AAN
OP_A
Commando geactiveerd
OP_B
Commando geactiveerd
STOP
Commando niet actief
FSWCL
Veiligheden gedeactiveerd
FSWOP
Veiligheden gedeactiveerd
FCA1 (indien gebruikt)
Eindschakelaar vrij
FCC1 (indien gebruikt)
Eindschakelaar vrij
FCC2 (indien gebruikt)
Eindschakelaar vrij
FCA2 (indien gebruikt)
Eindschakelaar vrij
Nota bene: de conditie van de leds als de poort gesloten en in ruststand is, zijn
vet gedrukt.
6.2. CONTROLE VAN DE DRAAIRICHTING EN VAN DE KRACHT
1)
Programmeer de functies van de elektronische
apparatuur 455 D volgens de persoonlijke eisen, zoals
beschreven is in hoofdstuk 5.
2)
Schakel
de
voeding
bedieningsapparatuur uit.
3)
Deblokkeer de aandrijvingen en breng de poort met de
hand op het midden van de openingshoek.
4)
Blokkeer de aandrijvingen weer.
5)
Schakel de voedingsspanning weer in.
6)
Geef een commando voor opening op de ingang OPEN
A (fig. 2) en controleer of er een commando wordt gegeven
voor opening van de vleugels van de poort.
N.B.:als de eerste impuls van OPEN A een commando tot sluiting
geeft, moet de spanning worden weggenomen en moet de
fasen van de elektromotor worden omgekeerd op het
klemmenbord van de 455 D (bruine en zwarte kabels).
7)
Controleer de regeling van de kracht op de motoren en
wijzig deze eventueel (zie hoofdstuk 5.1.).
N.B.:als er hydraulische aandrijvingen worden gebruikt, moet de
kracht op het hoogste niveau (50) worden geprogrammeerd.
8)
Stop de beweging van de vleugels met een STOP-com-
mando.
9)
Deblokkeer de aandrijvingen, sluit de deuren en blokkeer
de aandrijvingen weer.
6.3. ZELFLEREN VAN DE BEDRIJFSTIJDEN
LET OP:
tijdens de zelfleerprocedure zijn de veiligheden buiten werking!
Voer de handeling daarom uit zonder dat er verkeer is in het
gebied waarin de vleugels zich bewegen.
Controleer of er mechanische eindaanslagen aanwezig
= contact gesloten
= contact open
UIT
Commando niet actief
Commando niet actief
Commando geactiveerd
Veiligheden geactiveerd
Veiligheden geactiveerd
Eindschakelaar geactiveerd
Eindschakelaar geactiveerd
Eindschakelaar geactiveerd
Eindschakelaar geactiveerd
naar
de
elektronische
zijn.
De openings-/sluitingstijd wordt bepaald door een
zelfleerprocedure die iets verschilt als de eindschakelaars en/
of de Gatecoders worden gebruikt.
6.3.1. NORMAAL ZELFLEREN TIJDEN
Het normale zelfleren (d.w.z. zonder de eindschakelaars en
Gatecoders) kan op twee manieren gebeuren:
- ENKELVOUDIG ZELFLEREN (zonder vertragingen):
controleer of de vleugels gesloten zijn, roep vervolgens
" BASISPROGRAMMERING " op, selecteer de functie ZELFLEREN
TIJDEN en druk 1 seconde lang op de +knop: het display begint
te knipperen en de vleugels beginnen de openende
beweging.
Zodra de vleugels tegen de aanslagen voor opening komen,
dient een impuls OPEN A te worden gegeven (met de
sleutelschakelaar of met de radio-afstandsbediening), om de
beweging te stoppen: de vleugels stoppen en het display
houdt op met knipperen.
Druk op de knop F om de programmering af te sluiten en op
te slaan.
De procedure is voltooid en de poort is gereed om te werken.
- COMPLEET ZELFLEREN (met vertragingen):
controleer of de vleugels gesloten zijn, roep vervolgens
" BASISPROGRAMMERING " op, selecteer de functie ZELFLEREN
TIJDEN en druk vervolgens langer dan 3 seconden op de +knop:
het display begint te knipperen en vleugel 1 begint de
openende beweging. Door impulsen OPEN A (door de
sleutelschakelaar of vanaf de radio-afstandsbediening)
worden commando's gegeven voor de volgende functies:
1e OPEN -verlangzaming opening vleugel 1
2e OPEN -stopzetting opening vleugel 1 en begin
openende beweging vleugel 2
3e OPEN -verlangzaming opening vleugel 2
4e OPEN -stopzetting opening vleugel 2 en onmiddellijk
begin van de sluitende beweging vleugel 2
5e OPEN -verlangzaming sluiting vleugel 2
6e OPEN -stopzetting sluiting vleugel 2 en begin sluitende
beweging vleugel 1
7e OPEN -verlangzaming sluiting vleugel 1
8e OPEN -Stop sluiting vleugel 1
Het display houdt op met knipperen, druk op de knop F om de
programmering af te sluiten en op te slaan.
De procedure is voltooid en de poort is gereed om te werken.
Opmerkingen:•als u in enkele fasen de verlangzaming wenst
te elimineren, moet u wachten totdat de
vleugel tegen de aanslag komt, en 2
achtereenvolgende OPEN-impulsen geven
(binnen 1 sec.).
•Ook als er slechts één vleugel is, moet toch de
hele sequens worden uitgevoerd. Aan het
einde van de opening van de vleugel moeten
5 Open-impulsen worden gegeven totdat de
vleugel begint te sluiten; vervolgens moet de
normale procedure worden hervat.
6.3.2. ZELFLEREN MET EINDSCHAKELAAR
Het zelfleren met eindschakelaar kan op twee verschillende
manieren gebeuren:
- EENVOUDIG ZELFLEREN (zonder vertragingen):
controleer of de vleugels gesloten zijn, roep vervolgens
" BASISPROGRAMMERING " op, selecteer de functie ZELFLEREN
TIJDEN en druk 1 seconde lang op de +knop: het display begint
te knipperen en de vleugels beginnen de openende
beweging.
De
motoren
stoppen
eindschakelaars voor opening worden bereikt. Er moet een
impuls OPEN A worden gegeven (met de radio-
afstandsbediening of met de sleutelschakelaar) om de cyclus
te eindigen.
Het display houdt op met knipperen, druk op de knop F om de
programmering af te sluiten en op te slaan.
De procedure is voltooid en de poort is gereed om te werken.
63
automatisch
wanneer
de