O
NDERHOUD
6.3
Periodiek onderhoud
nl
nl-90
6.3.1 Maandelijks onderhoud
Bij alle toestellen:
•
Controleer de verwarmingselementen en de ventilatoren
op stof en andere vervuiling; zonodig schoonmaken.
•
Controleer dat alle ventilatoren werken.
•
Controleer dat het luchtgordijn werkt op alle standen van
de regeleenheid.
•
Controleer de uitblaassectie op verontreiniging en/of ver-
stopping; zonodig schoonmaken.
Bij toestellen met waterverwarming:
•
Controleer op waterlekkage; indien dit het geval is het toe-
stel spanningsloos schakelen en het lek repareren.
•
Controleer of het waterleidingcircuit lucht bevat; zonodig
ontluchten.
Zie ook:
6.2
"Het toestel reinigen", pagina 89
1
"Inschakelen en werking controleren", pagina 1
6.3.2 Jaarlijks onderhoud
Bij alle toestellen:
•
Voer alle maandelijkse controles uit.
•
Controleer de bekabeling tussen de aansluitdozen in de
toestellen en de regeleenheid.
•
Controleer de omkasting, de ophang- of bevestigingscon-
structie, en de borging van elk toestel.
•
Controleer of de ventilatoren goed bevestigd zijn en niet
aanlopen; zo nodig opnieuw vastzetten.
Bij toestellen met elektrische verwarming:
•
Controleer de bedrading tussen de regeleenheid en de ver-
warmingssectie.
•
Controleer de voedingskabels en de aansluitingen in de
verwarmingssectie.
•
Controleer de relais in de verwarmingssectie.
I
-
NDUSTRIE
LUCHTGORDIJN