I
AC2 H
ND
ANDLEIDING
33. Boostfunctie
41. Temperatuur verwarming uit
42. Temperatuur ventilator uit
43. Temperatuur onverwarmd gebruik
Handleiding versie 5.0 (04-12-2015)
Als er een groot verschil is tussen de gewenste en de
werkelijke ruimtetemperatuur, kan de ventilatorstand worden
verhoogd om de gewenste temperatuur sneller te bereiken.
Stel in bij welk temperatuursverschil de boostfunctie moet
worden geactiveerd en de wat de snelheidstoename van de
ventilator moet zijn.
Gebruik deze functie als het toestel ook gebruikt wordt voor
het verwarmen van de ruimte.
Als
61. Functie van uitgangen
bevriezing, wordt er op die uitgang ook contact gemaakt als de
werkelijke temperatuur hoger is dan deze instelling.
Als de buitentemperatuur boven dit punt komt, wordt de
verwarming van het toestel uitgeschakeld.
Een hogere waarde geeft meer comfort, een lagere waarde
bespaart energie.
Wanneer de buitentemperatuur stijgt, bestaat er minder
behoefte aan klimaatscheiding. Om energie te besparen
kunnen de ventilatoren vanaf een vastgestelde
buitentemperatuur uitgeschakeld worden.
Zet deze waarde op 50 °C om de ventilatoren altijd aan te
laten.
Wanneer de buitentemperatuur hoger wordt dan de gewenste
ruimtetemperatuur ontstaat er behoefte aan klimaatscheiding
zonder verwarming. Stel in bij welke buitentemperatuur het
toestel onverwarmd moet functioneren om de warmte buiten
te houden.
Zet deze waarde op 50 °C om de temperatuurregeling altijd
aan te laten.
B
-
EDIENING MET B
TOUCH
wordt ingesteld op
Kans op
nl
nl-69