1 Gebruiksaanwijzing
1.1 Blik op het toestel
Ruimtetemp VK1
1
2
3
4
5
11
PC
PRG
F
E
H
1.2 Beschrijving van het toestel
De toestellen zijn verwarmingswarmtepom-
pen met geïntegreerde warmwaterboiler, die
uitgelegd zijn voor de functie van sole/water-
warmtepompen. De warmtepomp onttrekt
op een laag temperatuurniveau warmte aan
de brine. Deze warmte wordt vervolgens op
een hoger temperatuurniveau aan het verwar-
mingswater afgegeven, samen met de energie
die door de compressor opgenomen is. Al
naar gelang de temperatuur van de warm-
tebron kan het verwarmingswater worden
verwarmd tot een aanvoertemperatuur van
60°C.
In de toestellen zijn de brinecirculatiepomp, de
verwarmingscirculatiepomp, een driewegklep
voor de omschakeling van verwarmen naar
koelen en een driewegklep voor de omscha-
keling naar keuze tussen CV- en tapwaterbe-
reiding ingebouwd.
Het warmwater wordt als volgt verwarmd: het
door de warmtepomp verwarmde verwar-
mingswater wordt via een warmtewisselaar in
het warmwaterreservoir gepompt, waarbij het
haar warmte afgeeft aan het warmwater.
De WPC/WPC...cool wordt geregeld d.m.v.
een ingebouwde, van de buitentemperatuur
afhankelijke retourtemperatuurregeling.
De WPMi stuurt ook de tapwaterverwarming
aan tot de juiste temperatuur is bereikt. Mocht
de hogedruksensor of heetgasbeveiliging
van de warmtepomp tijdens het verwarmen
2
voor de gebruiker en de installateur
A
Reset
Auto
D
C
uitslaan, dan wordt de tapwaterverwarming
automatisch afgesloten door een ingebouwde
elektrische naverwarmer, tenzij de ECO-func-
tie geactiveerd is. Als de ECO-functie is geacti-
veerd, wordt de verwarming van het tapwater
beëindigd. Dan wordt de streefwaarde van het
tapwater vervangen door de bereikte tempe-
ratuur van het tapwater. Wanneer het rode
waarschuwingslampje gaat branden, duidt dit
op een verbruikte signaalanode.
Bijzonderheden van de WPC..Cool
In de WPC...cool is tevens een warmtewis-
selaar en een driewegklep ingebouwd voor de
omschakeling tussen verwarming en koeling.
Het afkoelen van de woonruimte gebeurt
doordat de brine door een warmtewisselaar
wordt gepompt en daarbij warmte aan het
verwarmingswater onttrekt en aan de koelere
aarde afgeeft.
Wanneer de warmtepomp op koeling over-
schakelt, wordt dit aangegeven door het
blauwe in-bedrijf-lampje.
6
7
8
9
10
G
B
Statusaanduiding installatie
1 Mengventiel gaat open
2 Mengventiel gaat dicht
3 Circulatiepomp verwarmingscircuit 2,
'mengcircuit'
4 Circulatiepomp verwarmingscircuit 1,
'radiatorcircuit'
5 Warmwaterbereiding
6 Compressor 1
7 WP-circulatiepomp 1
8 Koelen
9 Overgangsverwarming
(warmwaterbereiding)
10 Overgangsverwarming (verwarming)
11 Menu
A Display
B Draaiknop
C Draaischakelaar reset / auto
D Toets programmering
E Controlelampje programmering
F Optische interface RS 232
G Lampje in bedrijf: groen(verwarmen)
alleen bij WPC
G Lampje in bedrijf: blauw (koelen)
alleen bij WPC...cool
H Signaallamp rood (signaalanode)
Energie besparen
Warmtepompen werken bij een maximale
aanvoertemperatuur van 35 °C bijzonder
energiebesparend en milieuvriendelijk. Lage
aanvoertemperaturen kunnen door het
gebruik van oppervlakteverwarming (vloer-
verwarming of muurverwarming) worden
bereikt.
Bij verwarming door middel van radiatoren
moeten de afmetingen van de radiatoren
zo worden gekozen dat de maximale
aanvoertemperatuur van 45 °C niet wordt
overschreden.
Door de regelaarparameter 'Pompcycli'
te activeren, kan het energieverbruik van
de circulatiepomp worden gereduceerd.
Neem hiervoor contact op met uw instal-
lateur.
Bij het activeren van de parameter 'WW
ECO' verwarmt uw warmtepomp het
tapwater uitsluitend met behulp van de
warmtepomp, zonder dat de elektrische
naverwarmer wordt gebruikt. In dat geval
blijft de temperatuur van het tapwater
automatisch beperkt tot de waarde die
kan worden bereikt met de warmtepomp.
Om te voorkomen dat de legionellabac-
terie zich kan nestelen, moet de gehele
buffer elke dag eenmaal tot 60 °C worden
verwarmd. Hiervoor moet de parameter
'Antilegionelle' worden geactiveerd. Neem
hiervoor contact op met uw installateur.