Endress+Hauser Cerabar S PMC71 Bedieningsvoorschrift pagina 65
Verberg thumbnails
Zie ook voor Cerabar S PMC71:
- Bedieningsvoorschrift (76 pagina's) ,
- Beknopte handleiding (48 pagina's) ,
- Handleiding (25 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Cerabar S/Deltabar S/Deltapilot S 4...20mA HART
Endress+Hauser
Tabel 9: (GROEPSKEUZE ) GEBRUIKERSMENU INSTELLINGEN INREGELING "Niveau",
NIVEAU SELEKTIE "Niveau Easy hoogte"
AFREGELING LEEG (010)
Hoogte-, volume-, massa- of procentuele waarde voor het onderste inregelpunt (tank
Invoer
leeg) invoeren.
De tank is leeg of deels gevuld. Via de parameters HOOGTE EENHEID, DICHTHEID
EENH. en DICHTH. AANPAS. wordt de gemeten druk in een hoogte omgerekend en
weergegeven. Via de parameter AFREGELING LEEG kent u aan de hoogtewaarde een
niveau-, volume-, massa- of procentuele waarde toe. De eenheid kiest u via de parameter
OUTPUT EENHEID ( pagina 64).
Voorwaarde:
• KALIBRATIEMODUS = Nat
!
Het lokale display toont bij deze parameter de weer te geven niveauwaarde en de op het
instrument actieve druk. Om te zorgen dat de niveauwaarde met de op het instrument
actieve druk wordt opgeslagen, moet ook wanneer de niveauwaarde onveranderd moet
blijven, voor het bevestigen met de "E"-toets het invoerveld met de "+"- of "–"-toets
worden geactiveerd.
Fabrieksinstelling:
0.0
VOL AFREGELING (004)
Hoogte-, volume-, massa- of procentuele waarde voor het bovenste inregelpunt (tank vol)
Invoer
invoeren.
De tank is volledig of bijna volledig gevuld. Via de parameters HOOGTE EENHEID,
DICHTHEID EENH. en DICHTH. AANPAS. wordt de gemeten druk in een hoogte omge-
rekend en weergegeven. Via de parameter VOL AFREGELING kent u aan de hoogte-
waarde een niveau-, volume-, massa- of procentuele waarde toe. De eenheid kiest u via
de parameter OUTPUT EENHEID ( pagina 64).
Voorwaarde:
• KALIBRATIEMODUS = Nat
!
Het lokale display toont bij deze parameter de weer te geven niveauwaarde en de op het
instrument actieve druk. Om te zorgen dat de niveauwaarde met de op het instrument
actieve druk wordt opgeslagen, moet ook wanneer de niveauwaarde onveranderd moet
blijven, voor het bevestigen met de "E"-toets het invoerveld met de "+"- of "–"-toets
worden geactiveerd.
Fabrieksinstelling:
100.0
AFREGELING LEEG (010)
Hoogte-, volume-, massa- of procentuele waarde voor het onderste inregelpunt (tank
Invoer
leeg) invoeren.
De ingevoerde waarde voor de parameters AFREGELING LEEG en HOOGTE LEEG vor-
men het hoogte-niveau-waardepaar voor het onderste inregelpunt. De eenheid kiest u via
de parameter OUTPUT EENHEID ( pagina 64).
Voorwaarde:
• KALIBRATIEMODUS = Droog
Fabrieksinstelling:
0.0
HOOGTE LEEG (009)
Hoogtewaarde voor het onderste inregelpunt (tank leeg) invoeren. De eenheid kiest u via
Invoer
de parameter OUTPUT EENHEID ( pagina 64).
Zie ook AFREGELING LEEG.
Voorwaarde:
• KALIBRATIEMODUS = Droog
Fabrieksinstelling:
0.0
VOL AFREGELING (004)
Hoogte-, volume-, massa- of procentuele waarde voor het bovenste inregelpunt (tank vol)
Invoer
invoeren.
De ingevoerde waarde voor de parameters VOL AFREGELING en HOOGTE VOL vormen
het hoogte-niveau-waardepaar voor het bovenste inregelpunt. De eenheid kiest u via de
parameter OUTPUT EENHEID ( pagina 64).
Voorwaarde:
• KALIBRATIEMODUS = Droog
Fabrieksinstelling:
100.0
Opmerking!
Opmerking!
Parameterbeschrijving
65
Advertenties
Inhoudsopgave
