Parameterbeschrijving
46
Tabel 2: (GROEPSKEUZE ) KEUZE
NIVEAU SELEKTIE (020)
Niveaumodus kiezen.
Keuze
Voorwaarde:
• KEUZE = Niveau
!
• Bij de niveaumodi "Niveau Easy Druk" en "Niveau Easy hoogte" worden de ingevoerde
• De niveaumodi "Niveau Easy Druk" en "Niveau Easy hoogte" omvatten minder para-
• Klantspecifieke hoogte-, volume- en massa-eenheden of lineariseringstabel kunnen
• Wanneer het systeem als deelsysteem in een veiligheidsfunctie (SIL) moet worden toe-
Keuze:
• Niveau Easy Druk
• Niveau Easy hoogte
• Niveau Standard
Fabrieksinstelling:
Niveau Easy Druk
Voor NIVEAU SELEKTIE = "Niveau Easy Druk" zie pagina 58, tabel 8.
Voor NIVEAU SELEKTIE = "Niveau Easy hoogte" zie pagina 63, tabel 9.
Voor NIVEAU SELEKTIE = "Niveau Standard" zie pagina 67, tabel 10.
Cerabar S/Deltabar S/Deltapilot S 4...20mA HART
Opmerking!
waarden aan minder controles onderworpen dan bij de niveaumodus "Niveau Stan-
daard". Voor de niveaumodi "Niveau Easy Druk" en "Niveau Easy hoogte" moet voor
de ingevoerde waarden voor AFREGELING LEEG/VOL AFREGELING, LEEG INRE-
GELING/DRUK VOL, HOOGTE LEEG/HOOGTE VOL en AANVANG INSTELL./
EIND INSTELLEN een minimale onderlinge afstand van 1% worden aangehouden.
Wanneer de waarden te dicht bij elkaar liggen, dan wordt de waarde met een melding
afgewezen. Andere grenswaarden worden niet gecontroleerd, d.w.z. om te zorgen dat
het meetinstrument een correcte meting kan uitvoeren, moeten de ingevoerde waar-
den bij de sensor en de meettaak passen.
Voor een overzicht van de verschillende niveaumodi en -typen zie pagina 16,
hoofdstuk 5.1 "Overzicht niveaumeting".
meters dan de modus "Niveau Standaard" en zijn bedoeld voor snel en eenvoudig para-
metreren van een niveau-toepassing.
alleen bij de niveaumodus "Niveau Standaard" worden ingevoerd.
gepast, dan is een "Instrumentparametrering met verhoogde parametreerzekerheid"
(groep BEVESTIG. VEILIG.) voor de bedrijfsmodus "Niveau" alleen voor niveaumodus
"Niveau Easy Druk" mogelijk. Na invoer van een wachtwoord vindt een controle plaats
van alle daarvoor ingevoerde parameters. Wanneer eenmaal de modus "Niveau Easy
hoogte" of "Niveau Standaard" is gekozen, dan moet de parametrering eerst weer via
de parameter RESET (menu: (GROEPSKEUZE ) GEBRUIKERSMENU BEDRIJF)
met de resetcode "7864" naar de fabrieksinstelling worden teruggezet.
Voor meer informatie zie het handboek voor functionele veiligheid Deltabar S
(SD00189), Cerabar S (SD00190) of Deltapilot S (SD00213P).
bij deze niveaumodus voert u twee druk-niveau-waardeparen in. De drukmeetwaarde
wordt direct in de eenheid omgerekend, die u via de parameter OUTPUT EENHEID
(pagina 60) kiest. Er staan twee kalibratiemodi "Nat" en "Droog" ter beschikking.
– De natte inregeling wordt uitgevoerd door de tank te vullen en af te tappen. Bij twee
verschillende hoogtes wordt de ingevoerde hoogte-, volume-, massa- of procentuele
waarde aan de op dat tijdstip gemeten druk toegekend.
– De drooginregeling is een theoretische instelling. Bij deze inregeling voert u twee
druk-niveau-waardeparen in via de parameters AFREGELING LEEG, LEEG
INREGELING, VOL AFREGELING en DRUK VOL. Parameterbeschrijvingen zie
pagina 61 ev.
Bij deze niveaumodus voert u een hoogte-eenheid, de dichtheid en twee hoogte-
niveau-waardeparen in. De drukmeetwaarde wordt met behulp van de ingevoerde
dichtheid en de hoogte-eenheid in een hoogtewaarde omgerekend. Er staan twee
kalibratiemodi "Nat" en "Droog" ter beschikking.
– De natte inregeling wordt uitgevoerd door de tank te vullen en af te tappen. Bij twee
verschillende hoogtes wordt de ingevoerde hoogte-, volume-, massa- of procentuele
waarde aan de omgerekende hoogtewaarde toegekend.
– De drooginregeling is een theoretische instelling. Bij deze inregeling voert u twee
hoogte-niveau-waardeparen in via de parameters AFREGELING LEEG, HOOGTE
LEEG, VOL AFREGELING en HOOGTE VOL. Parameterbeschrijvingen zie
pagina 65 ev.
Nadat u deze niveaumodus heeft gekozen, kunt u via de parameter NIVEAU TYPE
( pagina 68) tussen "Lineair", "Druk gelin." en "Hoogte gelin." kiezen.
Endress+Hauser