Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Endress+Hauser Cerabar S PMC71 Bedieningsvoorschrift pagina 129

Verberg thumbnails Zie ook voor Cerabar S PMC71:
Inhoudsopgave

Advertenties

Cerabar S/Deltabar S/Deltapilot S 4...20mA HART
Endress+Hauser
Tabel 33: (GROEPSKEUZE ) GEBRUIKERSMENU DIAGNOSE MESSAGES
Parameternaam
Beschrijving
ALARM HOUDTIJD (480)
Alarmhoudtijd voor alle meldingen van het type "Error" invoeren. Nadat de oorzaak van
Invoer
de fout is opgeheven, begint de alarmhoudtijd te lopen.
!
Bij de instelling voor ACC. ALARM KEUZE = "Aan" geldt:
Wanneer tussen het optreden van de alarmmelding en het bevestigen de alarmhoudtijd al
is verstreken, verdwijnt de melding direct na het bevestigen.
Zie ook dit inbedrijfstellingsvoorschrift, hoofdstuk 8.3 "Bevestiging van meldingen".
Invoerbereik:
0...999.9 s
Fabrieksinstelling:
0.0 s
Tabel 34: (GROEPSKEUZE ) GEBRUIKERSMENU DIAGNOSE USER LIMITS
Parameternaam
Beschrijving
P.min. PROCES (332)
Klantspecifieke procesbewaking – onderste drukgrens invoeren.
Invoer
Het gedrag van het instrument, wanneer de procesdruk de ingestelde waarde onder-
schrijdt, kunt u via de parameter CONFIG.FOUTMELD. invoeren.
Zie ook dit inbedrijfstellingsvoorschrift, hoofdstuk 8.1 "MESSAGES", tabel, code E730
en hoofdstuk 8.2. "Gedrag van de uitgang bij storing".
Fabrieksinstelling:
Onderste meetgrens •1.1
(voor de onderste meetgrens zie SENSORLIMIET LO.)
P.max. PROCES (333)
Klantspecifieke procesbewaking – bovenste drukgrens invoeren.
Invoer
Het gedrag van het instrument, wanneer de procesdruk de ingestelde waarde onder-
schrijdt, kunt u via de parameter CONFIG.FOUTMELD. invoeren.
Zie ook dit inbedrijfstellingsvoorschrift, hoofdstuk 8.1 "MESSAGES", tabel, code E731
en hoofdstuk 8.2. "Gedrag van de uitgang bij storing".
Fabrieksinstelling:
Bovenste meetgrens •1.1
(voor de bovenste meetgrens zie SENSORLIMIET HI.)
T.min. PROCES (334)
Klantspecifieke procesbewaking – onderste temperatuurgrens invoeren.
Invoer
Het gedrag van het instrument, wanneer de procesdruk de ingestelde waarde onder-
schrijdt, kunt u via de parameter CONFIG.FOUTMELD. invoeren.
Zie ook dit inbedrijfstellingsvoorschrift, hoofdstuk 8.1 "MESSAGES", tabel, code E732
en hoofdstuk 8.2. "Gedrag van de uitgangen bij storing".
Fabrieksinstelling:
Onderste temperatuurtoepassingsgrens sensor – 10 K
(voor de onderste temperatuurtoepassingsgrens zie T.min. SENSOR)
T.max. PROCES (335)
Klantspecifieke procesbewaking – bovenste temperatuurgrens invoeren.
Invoer
Het gedrag van het instrument, wanneer de procesdruk de ingestelde waarde onder-
schrijdt, kunt u via de parameter CONFIG.FOUTMELD. invoeren.
Zie ook dit inbedrijfstellingsvoorschrift, hoofdstuk 8.1 "MESSAGES", tabel, code E733
en hoofdstuk 8.2. "Gedrag van de uitgangen bij storing".
Fabrieksinstelling:
Bovenste temperatuurtoepassingsgrens sensor +10 K
(Voor de bovenste temperatuurtoepassingsgrens zie T.max.SENSOR)
Opmerking!
Parameterbeschrijving
129

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave