AANDRIJFKETTING
Zie de veiligheidsmaatregelen op pagina 58.
De levensduur van de aandrijfketting (1) is
afhankelijk van een goede smering en de juiste
afstelling. Bij slecht onderhoud kan slijtage al
vroeg intreden of raken de aandrijfketting en de
tandwielen beschadigd.
De aandrijfketting moet worden gecontroleerd en
gesmeerd tijdens de inspectie voor het rijden
(pagina 46). Vaker onderhoud is nodig als u de
motorfiets gebruikt onder zware
gebruiksomstandigheden of in een zeer stoffige
of modderige omgeving.
Inspecteren:
1. Zet de motor af, plaats de motorfiets op zijn
zijstandaard, en schakel de transmissie in
neutraal.
2. Controleer de speling in de onderste
kettingloop in het midden tussen de twee
kettingwielen.
De speling van de aandrijfketting moet zo zijn
afgesteld dat deze met de hand verticaal kan
worden bewogen over een afstand van:
10 – 20 mm
3. Rol de motorfiets naar voren. Stop. Controleer
de speling van de aandrijfketting. Herhaal deze
procedure een aantal keer. De speling van de
aandrijfketting moet daarbij constant blijven.
Als de ketting alleen op bepaalde stukken slap
staat, zijn er schakels geknikt en bewegen
deze stroef. Stroefheid en knikken verhelpt u
meestal door de ketting te smeren.
ATTENTIE
Bij een te grote kettingspeling kan de
aandrijfketting het carter beschadigen.
(1)
(1) Aandrijfketting
79