Hoofdstuk 1
3.
Reinig het glas met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht
glasreinigingsmiddel is gesproeid. Droog het glas met een droge, zachte en
pluisvrije doek.
Let op Reinig de glasplaat van de scanner alleen met een
glasreinigingsmiddel. Vermijd het gebruik van reinigingsmiddelen met
schuurmiddelen, aceton, benzeen of tetrachloorkoolstof op het glas. Die
kunnen de glasplaat beschadigen. Vermijd isopropylalcohol want dat kan
strepen achterlaten op de glasplaat.
Let op Breng het glasreinigingsmiddel niet rechtstreeks aan op de glasplaat.
Als teveel glasreinigingsmiddel wordt aangebracht, kan dit onder de glasplaat
lekken en de scanner beschadigen.
4.
Sluit de scannerklep en zet de printer aan.
De buitenkant reinigen
Waarschuwing Voordat u de printer reinigt, schakelt u deze uit door te drukken
op
Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing te
verwijderen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in de printer of op het
bedieningspaneel van de printer terechtkomen.
De automatische documentinvoer reinigen.
Als de automatische documentinvoer meerdere pagina's tegelijk ontvangt of als deze
geen gewoon papier ontvangt, kunt u de rollen en het scheidingsmechanisme reinigen.
26
Aan de slag
(Aan/uit-knop). Haal het netsnoer uit het stopcontact.