Hoofdstuk 8
•
•
•
•
•
•
118
Een probleem oplossen
Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn
als de printer. U kunt de printer bijvoorbeeld niet gebruiken om te faxen als
de hoorn van een telefoontoestel dat gebruik maakt van dezelfde
telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om te e-
mailen of te surfen op internet.
Controleer of de fout wordt veroorzaakt door een ander proces. Controleer
of op het display of op de computer een foutmelding wordt weergegeven
met informatie over het probleem en de manier waarop u het kunt oplossen.
In geval van een fout kan de printer pas faxberichten verzenden of
ontvangen wanneer de foutsituatie is opgelost.
Mogelijk zit er ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte
geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken. Controleer de
geluidskwaliteit van de telefoonlijn door een telefoontoestel op een
telefoonaansluiting aan te sluiten en vervolgens te luisteren of er sprake is
van storingen of andere ruis. Schakel als u ruis hoort de
Foutcorrectiemodus (ECM) uit en probeer nogmaals te faxen. Zie Fax
verzenden in foutcorrectiemodus voor informatie over het wijzigen van de
foutcorrectiemodus (ECM). Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u
contact op met uw telefoonmaatschappij.
Als u een digitale telefoonaansluiting (DSL-service) gebruikt, moet u een
DSL-filter gebruiken om goed te kunnen faxen. Zie Situatie B: De printer
configureren voor DSL voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de printer niet is verbonden met een telefoonaansluiting die
is ingesteld voor digitale telefoons. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn
digitaal is, sluit u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en luistert u
naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn
mogelijk bedoeld voor digitale telefoons.
Als u een PBX of een ISDN-adapter (Integrated Services Digital Network)
gebruikt, moet de printer zijn aangesloten op de juiste poort en moet de
adapter zijn ingesteld op het juiste type switch voor uw land/regio (als dat
mogelijk is). Zie Situatie C: De printer configureren met een PBX-
telefoonsysteem of een ISDN-lijn voor meer informatie.