Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Goede Werking Controleren; Bedieningen - Club Car Tourall 1999 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Tourall 1999:
Inhoudsopgave

Advertenties

DE GOEDE WERKING CONTROLEREN

Nadat u zich vertrouwd hebt gemaakt met de bedieningen van het voertuig en de rij-instructies hebt gelezen en
begrepen, maakt u een proefrit. Gebruik de volgende lijst bij de inspectie van het nieuwe voertuig. Eventuele
defecten mogen uitsluitend hersteld worden door uw Carryall-distributeur/dealer of een getrainde monteur.
Alle voertuigen
• Remmen: Verifieer dat ze goed werken. Wanneer het rempedaal met matige kracht volledig wordt ingedrukt,
mag hij niet meer dan halfweg tot de vloer gaan. Het voertuig moet vlot en zonder slippen tot stilstand komen;
Tourall voertuigen moeten binnen de 4,3 m stoppen. Trans-Porter/Trans-Sender en Resort Villager voertuigen
moeten binnen de 4,9 m stoppen. Indien het pedaal dieper dan de helft kan worden ingedrukt of het voertuig
slipt of niet binnen de hierboven genoemde afstand stopt, moet u het remsysteem laten controleren en zo nodig
bijstellen. Het remsysteem moet altijd zo afgesteld zijn dat het pedaal niet tot tegen de vloer ingedrukt kan
worden.
• Parkeerrem: De ingeschakelde parkeerrem moet de wielen blokkeren en het voertuig immobiliseren (op
hellingen van maximum 20%). Bij een druk op het snelheidspedaal of het rempedaal moet de parkeerrem
vrijkomen.
• Achteruitzoemer: De achteruitzoemer moet een waarschuwingssignaal geven wanneer het voertuig in ACH-
TERUIT geschakeld is.
• Besturing: het voertuig moet gemakkelijk te besturen zijn, zonder speling op het stuur.
• Snelheidspedaal:
Bij het indrukken van het snelheidspedaal moet de motor starten. Het voertuig moet nu vlot zijn maximumsnel-
heid bereiken. Bij het loslaten van het pedaal moet deze naar zijn oorspronkelijke positie terugkeren, terwijl de
motor stopt. Het voertuig heeft in achteruit een lagere snelheid.
• Algemeen: Luister of u geen ongewone geluiden zoals geknars of geratel hoort. Controleer het rijgedrag en
de prestaties van het voertuig. Laat alle afwijkingen controleren door uw Carryall-distributeur/dealer of een
getrainde monteur.

BEDIENINGEN

Lees GEVAAR en WAARSCHUWING op pagina 3.
WAARSCHUWING
• BRENG GEEN ENKELE WIJZIGING AAN HET VOERTUIG AAN DIE DE STABILITEIT OF HANTEERBAAR-
HEID KAN BEÏNVLOEDEN OF DE MAXIMUMSNELHEID VERHOOGT BOVEN DE SPECIFICATIES VAN
DE FABRIKANT. DIT KAN MATERIËLE SCHADE EN ERNSTIGE OF DODELIJKE VERWONDINGEN VER-
OORZAKEN.
• WANNEER HET VOERTUIG IN BEWEGING IS, MAG U DE VOORUIT/ACHTERUIT-HENDEL NIET VER-
PLAATSEN. BRENG HET VOERTUIG ALTIJD VOLLEDIG TOT STILSTAND VOOR U DE HENDEL VER-
PLAATST, OM SCHADE AAN HET VOERTUIG OF DE VERWONDING VAN NIETSVERMOEDENDE
PASSAGIERS TE VOORKOMEN. WANNEER HET VOERTUIG IN ACHTERUIT WORDT GESCHAKELD,
GEEFT EEN ZOEMER EEN WAARSCHUWINGSSIGNAAL.
• LAAT HET SNELHEIDSPEDAAL LOS EN DRUK HET REMPEDAAL STEVIG IN TOT HET VOERTUIG
STOPT. OM TE VOORKOMEN DAT HET VOERTUIG ONGEWENST START OF WEGROLT, SCHAKELT U
DE PARKEERREM IN, DRAAIT U HET CONTACTSLOT OP OFF (UIT) EN VERWIJDERT U DE SLEUTEL
VOOR U HET VOERTUIG VERLAAT.
CONTACTSLOT
Het contactslot bevindt zich rechts van de stuurkolom op het dashboard. (Figuur 3, pagina 12). Het heeft twee
duidelijk gemerkte standen: OFF (uit) en ON (aan). Zie volgende OPMERKING.
OPMERKING
• DE SLEUTEL KAN ALLEEN VERWIJDERD WORDEN WANNEER DE CONTACTSCHAKELAAR IN DE
OFF (UIT) STAND STAAT.
Handleiding voor de eigenaar van een 1999 elektrisch transportvoertuig
Bedieningen
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Resort villager 1999Trans-porter 1999Trans-sender 1999

Inhoudsopgave