• Key-start-voertuig: Het contactslot heeft drie standen: OFF (uit), ON (aan) en START. Om het voertuig te
starten, draait u de sleutel voorbij ON (aan) naar START en houdt u hem daar tot de motor vlot draait. Wan-
neer u de sleutel loslaat, keert hij terug naar de stand ON (aan) en moet de motor stationair draaien.
(Figuur 4, pagina 17).
OPMERKING
• DE SLEUTEL KAN ALLEEN VERWIJDERD WORDEN WANNEER HET CONTACTSLOT IN DE STAND
OFF (UIT) STAAT.
Figuur 5 Vooruit-/achteruithendel
VOORUIT-/ACHTERUITHENDEL
De vooruit-/achteruithendel bevindt zich op het voorpaneel van de bank. (Figuur 5, pagina 18). De hendel heeft
drie standen: F (VOORUIT), N (VRIJLOOP) en R (ACHTERUIT). Draai de hendel naar de bestuurder toe (naar F)
om VOORUIT te rijden, of naar de passagier toe (naar R) om ACHTERUIT te rijden. Club Car-voertuigen rijden
trager in achteruit.
• Pedal-start-voertuig: Met de hendel omhoog of op N (vrijloop) staat het voertuig in vrijloop en rijdt het niet.
• Key-start-voertuig: De motor draait stationair wanneer de hendel op N (vrijloop) staat.
GASPEDAAL
Het gaspedaal is het pedaal rechts, dat met het woord GO. (Figuur 6, pagina 18). Het gaspedaal werkt anders
dan het gaspedaal van een auto:
• Pedal-start-voertuig: Met het contactslot in de stand ON (aan) en de vooruit-/achteruithendel in F (vooruit)
of R (achteruit), schakelt het indrukken van het gaspedaal automatisch de parkeerrem uit en rijdt het voer-
tuig in de gekozen richting (VOORUIT of ACHTERUIT). Bij het loslaten van het gaspedaal krijgt de motor
geen energie meer en stopt hij met draaien.
• Key-start-voertuig: De motor moet eerst draaien alvorens de vooruit-/achteruithendel kan worden ver-
plaatst en het gaspedaal mag worden ingedrukt. Als u het gaspedaal blijft indrukken, zal het voertuig sneller
rijden tot het de maximumsnelheid bereikt. Wanneer het gaspedaal wordt losgelaten, zal de motor stationair
draaien.
REMPEDAAL
Het rempedaal is het grote pedaal links en met het woord STOP gemerkt. (Figuur 6, pagina 18). Druk het rempe-
daal in om het voertuig te doen vertragen of stoppen. (Figuur 7, pagina 19).
18
Handleiding voor de eigenaar van een Carryall benzinevoertuig 2001
Figuur 6 Gaspedaal en rempedaal
Bedieningen