Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Curve Polarity
Curve Ratio
Curve Parameter
1-3-8

Effect

De effecteenheid past effecten toe op de uitgang van het toongeneratorblok en het audio-
ingangsblok, waarbij het geluid wordt verwerkt en verbeterd. De effecten worden toegepast in
de laatste bewerkingsfasen, zodat u het geluid van de gecreëerde partij naar wens kunt
aanpassen.
Het onverwerkte geluid wordt het 'droge' geluid genoemd, en het verwerkte geluid het 'natte'.
Mastereffect
System Effect
Insertion Effect
Side Chain/Modulator
Element Connection
Switch
Drum Key Connection
Switch
Insertion FX Switch
Bepaalt de curvepolariteit van het geselecteerde curvetype.
uni (unipolar): Unipolar verandert alleen in een positieve richting of
in een negatieve richting vanuit een basisparameterwaarde op basis
van de curvevorm.
bi (bipolar): Unipolar verandert in beide positieve en negatieve
richtingen vanuit een basisparameterwaarde.
Bepaalt de curveverhouding.
Past de curvevorm aan.
Het aantal curveparameters verandert afhankelijk van het curvetype.
Mastereffecten worden toegepast op het uiteindelijke uitgangssignaal van
het totaalgeluid.
Systeemeffecten worden toegepast op het totaalgeluid, bijvoorbeeld
dat van een gehele partij, een gehele performance enz.
Bij het gebruik van systeemeffecten wordt het geluid van elke partij
verzonden in overeenstemming met het Effect Send-niveau voor elke
partij. Het verwerkte geluid (dit wordt 'nat' genoemd) wordt naar de mixer
teruggestuurd op basis van het retourniveau en uitgevoerd nadat het is
gemixt met het onverwerkte 'droge' geluid. Hierdoor kunt u een optimale
balans realiseren tussen het effectgeluid en het oorspronkelijke geluid van
de partijen.
Invoegeffecten kunnen individueel worden toegepast op alle
gespecificeerde partijen voordat de signalen van alle partijen worden
samengevoegd.
Deze moeten worden gebruikt voor geluiden waarvan u de kenmerken
ingrijpend wilt wijzigen. Het invoegeffect heeft eenheden A en B en die
eenheden kunnen afzonderlijk worden ingesteld op verschillende effecten.
De zijketen/modulator gebruikt de uitvoer van een track om een effect
in een andere track te regelen. U kunt het effecttype opgeven voor het
activeren van de functie zodat de ingangssignalen voor andere partijen
dan de geselecteerde partij of het audio-ingangssignaal het opgegeven
effect kunnen regelen.
Deze trigger wordt 'Side Chain' of 'Modulator' genoemd, afhankelijk van
het effecttype.
Bepaalt welk invoegeffect (A of B) wordt gebruikt voor de verwerking van
elk afzonderlijk element van de huidige normale partij (AWM2).
Stel deze parameter in op Thru als u de invoegeffecten voor het
opgegeven element wilt negeren.
Bepaalt welk invoegeffect (A of B) wordt gebruikt voor de verwerking van
elke afzonderlijk toets van de huidige drumpartij of bepaalt dat er geen
invoegeffect wordt gebruikt.
Parameters kunnen voor elke drumtoets worden ingesteld.
Bepaalt of elk invoegeffect (A of B) wordt toegepast.
56
Partijparameters

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave