Inhoudsopgave
Advertenties
Tab. 28: Alarmmeldingen
Alarmmelding
Kortsluiting
Thermische
motorbeveiliging
Temperatuur
koellichaam hoog /
Temperatuur
printplaten hoog
62 / 74
Onderspanning
6
Voor het opheffen van storingen aan onder elektrische spanning staande delen dient de frequentieregelaar van de
spanningsvoorziening losgekoppeld te worden. Veiligheidsvoorschriften opvolgen!
7
Frequentieregelaar in basisinstelling zetten.
Mogelijke oorzaken
Kortsluiting motor (motorwikkeling defect)
Netaansluiting verkeerd opgeklemd
Parallelbedrijf van motoren
Motorklembord verkeerd geschakeld (driehoek/
ster)
Kortsluiting motoraansluitkabel
Scherm van sensorkabel verkeerd aangesloten
Kortsluiting 24 V DC-bekabeling
Thermistor verkeerd aangesloten
Motorgegevens verkeerd ingesteld
Verkeerde draairichting van de pomp
Hydraulische overbelasting
Pomp mechanisch geblokkeerd/stroef
Motorklembord verkeerd geschakeld (driehoek/
ster)
Vermogen van de frequentieregelaar <
motorvermogen en/of
uitgangsstroom < motorstroom
Pulsfrequentie van de frequentieregelaar te hoog
ingesteld
Schommelende tussencircuitspanning bij stilstand
pomp
Schommelende tussencircuitspanning bij
nominaal bedrijf pomp
Verkeerde motorstroommeting
Pomp draait achteruit, als motor niet met stroom
wordt gevoed.
Uitgegeven motorspanning bij nominale belasting
te laag, < 380 V bij nominale belasting
Omgevingstemperatuur frequentieregelaar > 50 °C Niet toegestaan toepassingsbereik,
Externe ventilatoren vervuild
Koellichaam/koelribben vervuild
Pulsfrequentie van de frequentieregelaar te hoog
ingesteld
Vermogen frequentieregelaar < motorvermogen
en/of
uitgangsstroom < motorstroom
Frequentieregelaar verkeerd gemonteerd
Netingangsspanning te gering
Oplossing
6)7)
Motorwikkeling doormeten, isolatiecontrole
uitvoeren.
Motor op blokkade controleren.
Bekabeling controleren, nettoevoerkabel op L1, L2,
L3, PE aansluiten.
Niet toegestaan toepassingsbereik
Motorklembord juist schakelen.
Motoraansluitkabel controleren.
Scherm van de sensorkabel slechts enkelzijdig
aansluiten op PE.
Bekabeling controleren.
Aansluiting PTC-sensor controleren.
Motorgegevens op gebruikte motor aanpassen.
Draairichting van de motor wijzigen via
fasevolgorde.
Hydraulische belasting verlagen.
Pomp controleren.
Motorklembord juist schakelen.
Verkeerde bestelling, grotere frequentieregelaar
monteren.
Pulsfrequentie op toegestaan bereik instellen.
Kwaliteit van de netspanning controleren.
Kwaliteit van de netspanning controleren.
Met geschikte ampèremeter de stroom nameten en
met de weergave op het bedieningspaneel
vergelijken.
AANWIJZING! Afwijkingen van ca. 10% zijn
toegestaan.
Terugslagklep controleren.
Net-ingangsspanning controleren, motorstroom bij
380 V netspanning invoeren, motor groter
dimensioneren.
vermogensreductie in acht nemen.
Ventilatoren reinigen.
Koellichaam/koelribben reinigen.
Pulsfrequentie op toegestaan bereik instellen.
Verkeerde bestelling, grotere frequentieregelaar
monteren.
Externe ventilatoren moeten naar boven wijzen, bij
WM moet de achterzijde van het koellichaam
gesloten zijn.
Netspanning controleren.
Advertenties
Inhoudsopgave
