3.5 Schema van kaarten die in het systeem worden gebruikt
C
2-moederkaart
ONNECT
Unit 2
Naar
uitbreidingskaart
J12
Zie detail B
1 2 3 4
Lokaal paneel
Geïnstalleerd op unit
C
2-moederkaart
ONNECT
Unit 1
Naar
uitbreidings-
kaart
J12
Zie detail B
1 2 3 4
Lokaal paneel
Geïnstalleerd op unit
Identificatie van Modbus-aansluitcontacten
1 →A of +
2 →B of –
3 →Aarde (afscherming)
A
B
0V
Afsch
230 V
P
N
+6 %
T
-10 %
A
B
0V
Afscherming
A
B
0V
Afscherming
A
B
0V
Afscherming
2-draads RS-485
Max. lengte:
1000 m.
Afstandsbediening
Optioneel
A B 0V
Afscherming
UNIT
Lokaal paneel
A
EROCONNECT
J11
J13
1
RS-485 PLC
GBS
8
M
C
ULTI
moederkaart
J4
J3
1
2 3
1
2 3
A B 0V
A B 0V
RS-485 verbinding met GBS
(Modbusprotocol)
Zie detail A
Hoofdrelaiskaart
230 V
P
N
+6 %
T
-10 %
Uitbreidingsrelaiskaart 1
-kaart
W1
Positie van schakelaar indien slechts
2 3
één optie is aangesloten op de RS-485-
uitgang van de moederkaart
Positie van schakelaar indien
verscheidene opties zijn aangesloten op
de RS-485-uitgang van de moederkaart
weerstandschakelaar
De schakelaar staat standaard naar
rechts. Op de laatste machine in de lus
moet de schakelaar naar links staan.
ONNECT
Afscherming
0V
B
A
Optioneel
Detail A
End-of-line
weerstandschakelaar
Detail B
End-of-line