Beheer van antipendeltijd (SCP):
- Vraag om spanning:
Als er in de SCP-modus slechts één trap beschikbaar is, behoudt de machine zijn huidige status en wordt SCP aangegeven door de
knipperende LED op het paneel. Voordat er een trap wordt ingeschakeld, wordt de uitvoeringstijd van elke trap altijd gecontroleerd, zodat de
trap die het kortst is uitgevoerd als eerste wordt gestart.
13.4 Beheer van de omkeerkleppen
De omkeerkleppen zijn alleen aan omkeerbare units bevestigd.
Ze worden op de volgende wijze beheerd:
- In koelmodus: de omkeerkleppen worden gevoed.
- In verwarmingsmodus: de omkeerkleppen worden niet gevoed.
De voeding naar de omkeerkleppen wordt gestopt 30 minuten nadat de laatste trap in het desbetreffende circuit is uitgeschakeld. Deze
tijdvertraging wordt 30 seconden in de testmodus.
13.5 Beheer van de configureerbare uitgang P111:
De uitgang tussen klemmen 9-10 op de aansluitklemmenstrook J3 op de moederkaart is configureerbaar, zodat de klant de functie ervan kan
bepalen.
Max. vermogen: Het normaal gesloten contact informeert de klant dat de unit op vol vermogen draait (alle compressoren en alle elektrische
trappen).
Ketel: Met het normaal gesloten contact kan de klant een hulpverwarming activeren. Dit type werking is beschreven in sectie 21 "Beheer van
de back-up ketel".
Koeling/Verwarming: Het normaal gesloten contact informeert de klant over de verwarmingswerking van de unit. Het normaal open contact
informeert de klant over de koelingswerking van de unit.
Back-up bij alle fouten (op lucht/water machines alleen):
Het normaal gesloten contact informeert de klant dat de machine ofwel niet op de volle capaciteit werkt (een compressor is uit) of is
uitgeschakeld als gevolg van het detecteren van een fout. De machine blijft uit tot de fout is bevestigd met de knop Reset.
Display:
Foutuitgang machine aan
- Algemene fout-LED op paneel brandt constant
Om te zien door welk type fout de machine moest worden gestopt, gaat u naar het foutgeheugen.
Lijst van fouten en onregelmatigheden die de machine hebben uitgeschakeld als P111 is ingesteld op 'back-up bij alle fouten':
- Pompfout
- Tussen- en eindwaterstroomfout
- Begrenzer op wateruitlaat
- Tussen- en eindwaterbevriezingsfout
- Begrenzer op koudemiddel
- Tussen- en eindbevriezingsfout op koudemiddel
- Wisselaarbevriezingsfout
- Begrenzer op hoge druk
- Tussen- en eindhogedrukregelingsfout
- Hanmatige hogedrukfout
- Motorstoring
- Begrenzer op persgas
- Tussen- en eindpersgasfout
- Tussen- en eindlagedrukfout
- Waterintredesensorfout:
14 ZELFAANPASSINGSFUNCTIES
Door deze functies kan de machine zichzelf aanpassen aan bepaalde, zeldzame extreme werkomstandigheden en zodoende voorkomen dat
hij door storingen stopt.
14.1 Zelfaanpassingsfunctie: waterbevriezingslimiet
Werking:
- Alvorens uit te schakelen nadat een fout is opgetreden, verlaagt de unit het stroomgebruik door een trap uit te schakelen (als er twee in het
circuit zijn), of door de snelheid van de compressor met de helft te verlagen. In het geval van I
halve snelheid werken.
- De drempelwaarde wordt gedetecteerd door de wateruittredesensor bij P52 + 0,8 K.
- De unit gaat terug naar normale werking bij P52 + 2 K gedurende 5 minuten. Vervolgens gaat de HD geleidelijk omhoog tot aan de
ingestelde drempelwaarde (P181).
- Deze functie werkt bij elk circuit.
Display:
C I R C . x
V E R M O G E N S V E R M I N D E R I N G
14.2 Zelfaanpassingsfunctie: koudemiddelbevriezingslimiet
Werking:
Alvorens uit te schakelen nadat een fout is opgetreden, verlaagt de unit het stroomgebruik door een trap uit te schakelen (als er twee in het
circuit zijn), of door de snelheid van de compressor met de helft te verlagen. In het geval van I
halve snelheid werken. Hierdoor wordt het niveau van de hoge druk verhoogd door de snelheid van de ventilatoren te verlagen (alleen units
met luchtgekoelde condensatoren).
De drempelwaarde wordt gedetecteerd door de sensor die op de freonbuis bij de verdamperintrede is aangebracht, bij P52 - P53 + 2 K
gedurende 10 seconden. De unit gaat terug naar normale werking bij P52 - P53 + 3,5 K. Vervolgens gaat de HD geleidelijk omhoog tot de
ingestelde drempelwaarde (P181).
M A C H I N E
F O U T E N
O F
W A T E R
S T O P
B E G R E N Z E R
- Wisselaar 1 of 2 watersensorfout
- Koudemiddelsensorfout
- Perssensorfout
- Verzamelaar wateruittredesensorfout indien regeling op uitgang
- Sensorfout
- Fout veel te lage buitentemperatuur
- Fout elektronische ontspanner
- Fout ventilator als P3 en P180 = 1
- Maximum oververhittingsfout
- Minimum oververhittingsfout
- Begrenzer op max. lucht tijdens koeling
- Fout fasecontroller
- Aanzuigsensorfout als P43 = Ja
- Fout veel te hoge buitentemperatuur
NVERTER
V O R S T
NVERTER
64
-units: deze schakelen uit als ze al op
B E G R
-units: deze schakelen uit als ze al op