Inhoudsopgave
Advertenties
16.3.2 Waterretourregeling (P141 = 2):
Als de verwarmingsmodus wordt geselecteerd bij een water/waterunit, wordt het instelpunt aangepast op basis van de temperatuur die door
de sensor van de warmwatertoevoer wordt gemeten. Als de koelmodus wordt geselecteerd en P6 = 1, wordt het instelpunt aangepast op
basis van de temperatuur die door de uittredesensor van de warmtewisselaar wordt gemeten. Als P6 = 2 in dezelfde modus, wordt deze
aangepast op basis van de temperatuur die door de verzamelaarsensor wordt gemeten.
Het type regeling dat wordt gebruikt is PIDτ.
De temperatuur wordt periodiek gemeten (τ) en vervolgens met het instelpunt vergeleken en met een proportionele coefficiënt (P)
vermenigvuldigd -- waarbij rekening wordt gehouden met het verschil tussen de meting en het instelpunt (D) en de verandering in het verschil
tussen de meting en het instelpunt (I) -- om het instelpunt dichter en sneller te benaderen.
Formule: DV = P (M-S) t1 + ∫(M-S)*I + [(M-S) t0 - (M-S) t1]*D
M = meting, S = instelpunt.
Als P146 = 0 en P147 = 0 (standaardinstelling), wordt de PIDτ-functie PT (de functies Integralen en Afleidingen worden uitgeschakeld)
De gerelateerde parameters zijn als volgt:
P251: Berekend instelpunt
P121: Instelpunt 1 in koelmodus
P123: Instelpunt 1 in verwarmingsmodus
P145: P-coëfficiënt
P146: I-coëfficiënt
P147: D-coëfficiënt
P148: T-coëfficiënt
In koelmodus:
Er wordt nog een trap opgeroepen als:
DV > +1,0 K voor de eerste trap en +0,5 K voor de volgende
trappen.
Voorbeeld: Tweetrappenunit met een instelpunt van 5°C, waar D = 0 en I = 0.
P
0.5
1
1.5
2
In verwarmingsmodus:
Er wordt nog een trap opgeroepen als:
DV < –1,0 K voor de eerste trap en -0,5 K voor de volgende
trappen.
Voorbeeld: Tweetrappenunit met een instelpunt van 45°C. I = 0 en D = 0.
P
0.5
1
1.5
2
U I T T R E D E T E M P . : - x x . x °
I N S T E L P U N T
16.3.3 Het instelpunt aan de watertoevoer aanpassen met compensatie op de waterretour (P141 = 3):
Doel:
Het regelsysteem in staat stellen om op veranderingen in de belasting van de lus te anticiperen door variaties in de waterintredetemperatuur
te bewaken.
Actie:
Past de vertraging van de regelaar aan.
Principe:
De waterretourtemperatuur wordt gemeten: θt0; verdamper in koelmodus, condensor in verwarmingsmodus op tijd t0, vervolgens t0 + P151.
De berekende temperatuurvariatie [θt1 - θt0] wordt gebruikt om de compensatiecoefficiënt te definiëren.
Het peiltijdstip voor de PID-regeling wordt dan: resterende tijd × compensatiecoefficiënt.
De compensatiecoefficiënt configureren: De compensatiecoefficiënt kan tussen 0,1 en 1 worden ingesteld (parameter P150).
- Als de compensatiecoefficiënt = 1 → de functie wordt uitgeschakeld.
- Als de variatie in de waterretourtemperatuur < 0,5°C → geen compensatie.
De compensatiecoefficiënt is maximaal wanneer de tussentijdse temperatuurvariatie = 10°C. α.
Trap 1
Uit
3
4
4
4.5
4.33
4.66
4.5
4.75
Trap 1
Aan
43
44
44
44.5
44.34
44.66
44.5
44.75
71
Een oproep om een trap uit te schakelen wordt gedaan als:
DV < –0,5 K voor een trap en –1,0 K voor de laatste trap.
Trap 2
Aan
6
5.5
5.33
5.25
Een oproep om een trap uit te schakelen wordt gedaan als:
DV > +0.5 K voor een trap en +1,0 K voor de laatste trap.
Trap 2
Uit
46
45.5
45.33
45.25
: - x x . x °
Trap 1
7
6
5.66
5.5
Trap 1
47
46
45.66
45.9
Advertenties
Inhoudsopgave
