Ruimteregeling
Functiebeschrijving
De functie is specifiek voor het aansturen van zoneventielen voor verwarmen en/of koelen van
ruimtes
gedacht.
bedrijfskeuzeschakelaar op de ruimtesensor kan tussen verwarmen en koelen omgeschakeld
worden. Uitschakelvoorwaarden verhinderen het verwarmen cq. koelen boven cq. onder
grenswaardes van de buitentemperatuur.
Ingangsvariabelen
Vrijgave
Vrijgave verw.
Vrijgave koelen
Ruimtetemperatuur
Buitentemperatuur
Vloertemperatuur
Status tijdvoorwaarde
Gew. ruimtetemperatuur
Gew. vloertemperatuur
Offset T.ruimte.GEW
Venstercontact
➢ Wordt een buitenvoeler met de functie verbonden, kan middels uitschakelvoorwaarden het
verwarmings- en/of het koelbedrijf geblokkeerd worden.
➢ Via de „Status tijdvoorwaarde" worden zowel het verwarmings- als ook het koelbedrijf
buiten het tijdvenster uitgeschakeld. Indien geen tijdvoorwaarden gewenst zijn, dient de
„Status tijdvoorwaarde" op „Gebruiker" op AAN te staan.
➢ De vorstbeveiligingsfunctie blijft bij Status tijdvoorwaarde UIT actief.
➢ Door een UIT-signaal op de ingangsvariabelen „Venstercontact" worden verwarmings- en
koelbedrijf uitgeschakeld of op vorstbeveiligingsbedrijf omgeschakeld. De omschakeling
naar vorstbeveiligingsbedrijf geschiedt, indien de ruimtetemperatuur de parameterwaarde
„T.ruimte VORST" onderschrijdt.
➢ Bij gebruik van een ruimtesensor RASPT, RAS-PLUS of RAS-F kan middels de
bedrijfskeuzeschakelaar de bedrijfsmodus van de functie vastgelegd worden:
AUTO: er wordt tussen verwarmen en koelen automatisch volgens de instellingen
omgeschakeld.
NORMAAL: er wordt alleen het verwarmingsbedrijf toegestaan.
VERLAAGD: er wordt alleen het koelbedrijf toegestaan (vorstbescherming blijft actief).
Middels
drempelwaardes
Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT)
Via deze vrijgave kan het verwarmingsbedrijf geblokkeerd worden
(digitale waarde AAN/UIT).
Via deze vrijgave kan het koelbedrijf geblokkeerd worden (digitale
waarde AAN/UIT).
Analoog ingangssignaal voor de ruimtetemperatuur
Optioneel: analoog ingangssignaal voor de buitentemperatuur
Optioneel: analoog ingangssignaal voor de vloertemperatuur
Digitaal ingangssignaal AAN/UIT (bv. van de functie „Schakelklok")
Analoge waarde voor de gewenste ruimtetemperatuur
Analoge waarde voor de gewenste vloertemperatuur (alleen bij
gedefinieerde sensor voor de vloertemperatuur)
Optioneel: analoge waarde voor een offsetwaarde op de gewenste
ruimtetemperatuur
Digitaal ingangssignaal AAN/UIT
voor
ruimtetemperatuur
Ruimteregeling
of
met
de
43