Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Technische Alternative RSM610 Handleiding pagina 116

Verberg thumbnails Zie ook voor RSM610:
Inhoudsopgave

Advertenties

Profielfunctie
Ingangsvariabelen
Vrijgave
Gew. waarde (vrijgave
= UIT)
Start profiel
Pauze profiel
Reset profiel
Tact profiel
Ingangsvariabelen 1 - 10
➢ Met behulp van de ingangsvariabelen 1 - 10 is het mogelijk, in de profielfunctie waardes uit
te geven, welke variabel zijn en van andere bronnen komen (bv. van sensoren of andere
functies).
➢ Start profiel: Door een AAN-impuls wordt de functie gestart en loopt, al naar gelang de
instelling in de parameters, eenmalig of cyclisch af. Een volgend AAN-commando
gedurende het functieverloop genereert géén herstart (geen retrigger).
➢ Pauze profiel: Door een AAN-signaal wordt het tijdsverloop van de functie gedurende de
duur van het AAN-signaal onderbroken. Gaat de status van het pauzesignaal weer op UIT,
loopt de tijdcyclus weer verder.
Volgt gedurende de duur van „Pauze profiel" het commando „Profiel stoppen" via het
parametermenu of wordt de ingangsvariabele „Reset profiel" op AAN gezet, wordt de
functie direct op stap 0 teruggezet, de functie blijft uitgeschakeld.
Het signaal „Pauze profiel" blokkeert het ingangssignaal „Tact profiel".
➢ Reset profiel: Door een AAN-impuls wordt de functie op stap 0 teruggezet en kan pas weer
door een startcommando gestart worden. Het commando „Profiel stoppen" in het
parametermenu leidt eveneens tot het terugzetten naar stap 0.
➢ Tact profiel: Door een AAN-impuls wordt naar de volgende stap verder geschakeld. Deze
AAN-impuls vervangt de „interne tact". De functie dient echter door een startcommando
gestart worden. Na het startcommando staat de functie op stap 1.
Is de functie op cyclische afloop ingesteld, wordt door de tact-impuls na de laatste stap
weer naar de eerste stap verder geschakeld. Is alleen een eenmalige afloop
geparametreerd, wordt na de laatste stap op stap 0 geschakeld en daarmee de functie
gedeactiveerd.
116
Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT)
Analoge waarde voor de gewenste waarde, indien de vrijgave UIT, de
functie in stap 0 is of de gewenste stapwaarde „UIT" opgegeven is
Digitaal ingangssignaal AAN/UIT voor de functiestart
Digitaal ingangssignaal AAN/UIT voor het onderbreken van het
functieverloop
Digitaal ingangssignaal AAN/UIT voor het resetten van het
functieverloop
Digitaal ingangssignaal AAN/UIT voor het doorschakelen naar de
volgende stap
Analoge waardes van verschillende bronnen, welke aan de specifieke
stappen kunnen worden toegewezen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave