PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA
Lees GEVAAR en WAARSCHUWING op pagina 2.
WAARSCHUWING
• ALLE ONDERHOUD, REPARATIES EN AFSTELLINGEN MOETEN UITGEVOERD WORDEN VOLGENS
DE INSTRUCTIES IN DE CARRYALL ONDERHOUDS- EN SERVICEHANDLEIDING.
OPMERKING
• INDIEN HET VOERTUIG CONSTANT IN ZWARE OMSTANDIGHEDEN WORDT GEBRUIKT, MOET
VAKER PREVENTIEF ONDERHOUD WORDEN UITGEVOERD DAN AANBEVOLEN WORDT IN HET
PERIODIEKE ONDERHOUDS- EN SMEERSCHEMA.
• ZOWEL HET PERIODIEKE ONDERHOUDSSCHEMA ALS HET PERIODIEKE SMEERSCHEMA MOE-
TEN WORDEN GEVOLGD OM HET VOERTUIG IN OPTIMALE BEDRIJFSCONDITIE TE HOUDEN.
SCHEMA PERIODIEK ONDERHOUD
VASTE INTERVAL
Maandelijks onderhoud
door eigenaar of getrainde
monteur.
Halfjaarlijks onderhoud,
uitsluitend door getrainde
monteur (Om de 50 uren
gebruik).
Jaarlijks onderhoud,
uitsluitend door getrainde
monteur (Om de 100 uren
gebruik).
Periodiek onderhoudsschema wordt vervolgd op de volgende pagina.
ONDERHOUD
Motor
Banden
Voertuig algemeen
Batterij
Uitlijning voorwiel en sporing
Elektrische bedrading en aansluitingen
Remsysteem
Motor
Handleiding voor de eigenaar van een Carryall benzinevoertuig 2000
Periodiek onderhoudsschema
Controleer het oliepeil van de motor, vul indien nodig
bij. Zie smeerschema, pagina 26. Verwijder de
gebruikte olie op gepaste wijze.
Controleer de inlaat van de koellucht van de motor;
kijk of het niet afgedekte gedeelte rond de motoruit-
laat gras of puin vertoont en maakt het indien nodig
schoon.
Controleer de spanning en stel zo nodig bij. Zie
Capaciteiten voertuig, pagina 27.
Maak motorcompartiment en onderzijde voertuig
schoon. Was de motor niet wanneer hij warm is. Voer
afvalwater op gepaste wijze af.
Maak polen en behuizing schoon, controleer niveau
van het elektrolyt. Zie pagina 29.
Controleer en stel zo nodig bij. Zie Carryall
Onderhouds- en Servicehandleiding.
Controleer op degelijke bevestiging en slijtage.
Controleer remschoenen, vervang zo nodig. Zie
Carryall Onderhouds- en Servicehandleiding.
Smeer de remschuiven volgens het smeerschema.
Zie Carryall Onderhouds- en Servicehandleiding.
Controleer kabels op schade; vervang indien nodig.
Controleer op lekken bij pakkingen, vulpluggen enz.
Inspecteer en reinig bougie; stel afstand bij; vervang
indien nodig.
25