OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Gebruik het ingebouwde ND filter
Een ND filter vermindert de hoeveelheid licht die de lens
binnenkomt. Het ingebouwde ND filter vermindert het licht
met 2.0 belichtingswaarden (EV). Het ND filter is
beschikbaar bij de volgende functies.
A functie: Belichtingsprioriteit AE (pagina 94)
Het gebruik van het ND filter bij deze functie
vermeerdert de sluitersnelheidwaarde met
twee stappen (waardoor de sluitersnelheid
langzamer wordt). Gebruik het ND filter bij
deze functie wanneer de belichting helder is en
u een grote lensopening wilt gebruiken om de
achtergrond wazig te maken, enz.
M functie: Handmatige belichting (pagina 97)
Het gebruik van het ND filter bij deze functie
resulteert in een belichting die 2.0 EV
donkerder is dan de ongefilterde instelling.
Daarom dient de de lensopening en de
sluitersnelheid opnieuw in te stellen om een
geschikte belichting te verkrijgen.
Om het ND filter in en uit te schakelen
Voorbeeld: M functtie (handmatige belichting)
1.
Selecteer de waarde
van het ND filter
d.m.v. [ ] en [ ] in
het belichtingspaneel
en verander de
instelling daarna
d.m.v. [ ] en [ ].
LET OP
• Het ND filter wordt automatisch in- of uitgeschakeld
bij de volgende functies.
Snapshot (Automatisch), S functie
(sluitersnelheidprioriteit AE), BEST SHOT functie,
Movie (film), Short Movie (korte film), Past Movie
(voorafgaande film), MOVIE BEST SHOT (BEST
SHOT film)
• Door de sluitertoets
halverwege in te drukken
terwijl het ND filter
ingeschakeld is, verschijnt
de ND indicator in het
display.
90
Geeft aan dat het ND
filter ingeschakeld is.