OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Gebruik van icoonhulp
Icoonhulp toont begeleidende tekst over een icoon
wanneer u deze selecteert op het beeldscherm tijdens een
opnamefunctie (REC) (pagina 29).
• De icoonhulptekst wordt aangegeven voor de volgende
functies: Huidige opnamefunctie (REC), flitserfunctie,
scherpstelfunctie, witbalans, zelfontspanner, en
meetfunctie.
Merk op dat de icoonhulp tekst voor de witbalans, de
zelftimer en de meetfunctie ankel verschijnen wanneer
"Witbalans", "Zelftimer" of "Meetfunctie" toegewezen is aan
de [ ] en [ ] toetsen met de toetsaanpassingsfunctie
(pagina 125).
1.
Druk tijdens een opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer de "REC" (opname) tab, selecteer
"Icon Help" (icoonhulp) en druk vervolgens
op [ ].
3.
Selecteer de gewenste instelling m.b.v. [ ] en
[ ] en druk op [SET].
Om dit te doen:
Toon begeleidende tekst wanneer u
een icoon selecteert op het
beeldscherm
Schakel icoonhulp uit
BELANGRIJK!
• Door één van de volgende instellingen te selecteren
verschijnen de icoon en de betreffende icoontekst
tijdelijk op het beeldscherm. Na enige tijd verdwijnen
de icoon en de tekst.
— Flitserfunctie "
icoon (pagina 69)
— Scherpstelfunctie "
scherpstelling) icoon (pagina 81)
— Witbalans "
AWB
icoon (pagina 91)
124
Selecteer deze
instelling:
On (aan)
Off (uit)
Auto Flash" (automatische flits)
Auto Focus" (automatische
Auto WB" (automatische WB)