5360 IP-telefoon – Gebruikershandleiding
OPROEPEN PLAATSEN EN BEANTWOORDEN
U kunt op de volgende manieren een gesprek tot stand brengen:
•
Kies een nummer uit de toepassing Personen.
•
Druk op de geprogrammeerde toets die u hebt gekoppeld aan de persoon die u wilt
bellen. Zie
programmeren van toetsen.
•
Kies het nummer met behulp van de keuzetoetsen.
•
Gebruik Telefoonboek (zie Telefoonboek hierna).
Nummer kiezen uit de toepassing Personen
U kiest als volgt het nummer van een contactpersoon uit de lijst Personen:
1. Open de toepassing Personen.
2. Gebruik de navigatietoetsen om door de lijst met contactpersonen te bladeren en de
naam te selecteren.
3. Kies de naam van de contactpersoon op een van de volgende manieren:
•
Druk op het kiespictogram
hoofdlijst. (De naam van de contactpersoon hoeft niet te worden geselecteerd.)
•
Selecteer een contactpersoon en druk op Kiezen.
•
Druk op de keuzetoets met de eerste letter van de naam van de contactpersoon en
druk dan op het kiespictogram
4. Vervolg het gesprek met de luidspreker of neem de hoorn op.
Telefoonboek
U gebruikt als volgt het telefoonboek:
Opmerking: U kunt de voornaam of de achternaam invoeren, of beide.
1. Druk op Telefoonboek (indien beschikbaar) of op de toets die geprogrammeerd is voor
Telefoonboek.
2. Voer de naam van de gewenste persoon als volgt in:
•
Voor elke letter in de naam drukt u op de betreffende toets op het toetsenblok, totdat
de letter wordt weergegeven. Als u bijvoorbeeld de letter C nodig hebt, drukt u driemaal
op het cijfer 2.
•
Als u een fout maakt, corrigeert u deze met de softtoets <—.
•
Als de volgende letter van de naam bij dezelfde cijfertoets hoort als de voorgaande
letter, drukt u op de softtoets —> voordat u verdergaat.
•
Druk zo nodig op de softtoets —> om een spatie in te voegen tussen voor- en
achternaam.
Functies programmeren voor de toetsen
voor meer informatie over het
rechts van de naam van de contactpersoon in de
of druk op Kiezen.
- 38 -