Inhoudsopgave
Advertenties
Onderhoud
3. Maak de accukabels en -polen schoon. Controleer de accuspanning. Als
de spanning 12,50 volt of lager is, moet de batterij worden geladen. Sluit de
accukabels aan op de batterij.
4. Voer als een heftruck na opslag in bedrijf wordt genomen de controle voor
500 uur uit die in het Aanbevolen onderhoudsschema staat vermeld.
Het omgaan met de heftruck op een
transportmiddel
WAARSCHUWING
Blijf op veilige afstand van randen van laadperrons, hellende opgan-
gen, verhogingen en andere werkoppervlakken. Houd rekening met
het uitzwenken van de achterkant. Bedenk dat als u vooruit rijdt en aan
het stuur draait om de heftruck van de rand vandaan te laten rijden, de
achterkant naar de rand van het perron zal uitzwenken. Hierdoor kan
de heftruck van het laadperron afvallen.
WAARSCHUWING
ALS DE HEFTRUCK VAN EEN LAADPERRON AFVALT, SPRING ER
DAN NIET AF! HOUDT U STEVIG VAST AAN HET STUUR, ZET UW
VOETEN SCHRAP EN LEUN NAAR VOREN, WEG VAN DE PLEK WAAR
DE HEFTRUCK DE GROND ZAL RAKEN.
Voordat de heftruck op transport wordt gezet, dient men de gekozen route
te controleren, zodat men er zeker van is dat er genoeg vrije ruimte is voor
de heftruck zoals deze op het vervoermiddel wordt geplaatst. Viaducten,
loopbruggen, elektriciteitskabels en natuurlijke barrières kunnen de door-
gang bemoeilijken. Het kan noodzakelijk zijn de hefmast te verwijderen.
176
www.duma-rent.com
Plaats als de heftruck op een dieplader wordt vervoerd blokken voor en
achter tegen de wielen van de dieplader om te voorkomen dat deze tijdens
het op- of afladen van de heftruck gaat rijden. Als er een laadbrug wordt
gebruikt, ga dan na of die van het juiste type is en voldoende draagvermo-
gen heeft.
Er kan alleen een kraan worden gebruikt om de heftruck op of van een ver-
voermiddel te zetten als de heftruck is uitgerust met hefogen. Anders moet
de heftruck op of van het vervoermiddel worden gereden.
Laden
WAARSCHUWING
De bevestigingsbanden of kettingen waarmee de heftruck voor trans-
port wordt vastgezet, moeten rechtstreeks aan het heftruckframe of
aan een onderdeel (vooras, sleeppin) dat stevig aan het chassis vastzit
worden bevestigd. Zet de heftruck NIET met een aan de hefmast of
voorzetapparaat vastgemaakte spanband of -ketting aan het trans-
portmiddel vast.
VOORZICHTIG
Zorg ervoor dat eventuele spanbanden of -kettingen waarmee de hef-
truck wordt vastgezet voor transport GEEN contact maken met buizen,
slangen, hydraulische cilinders of andere onderdelen van de heftruck
die gemakkelijk beschadigd kunnen raken.
Raadpleeg als voor transport van de heftruck onderdelen of voorzetappa-
ratuur moeten worden verwijderd hetOnderhoudshandboek voor de juiste
verwijderingsprocedures.
Advertenties
Inhoudsopgave
