Inhoudsopgave
Advertenties
Controles uitvoeren bij stilstaande motor
WAARSCHUWING
Werk niet met een heftruck die gerepareerd moet worden. Geef even-
tuele mankementen onmiddellijk door. Wanneer de heftruck gerepa-
reerd moet worden, moet in de bestuurdersruimte een briefje
achtergelaten worden met de waarschuwing `NIET GEBRUIKEN'. Haal
de sleutel uit het contactslot.
Zet de heftruck op een horizontale ondergrond. Laat het vorkjuk en de vor-
ken zakken, zet de motor af en zet de truck op de parkeerrem. Open de
motorkap en controleer op lekkage en op andere afwijkende situaties. Ruim
gemorste olie of brandstof op. Controleer of alle oppervlakken vrij zijn van
olie, smeermiddelen, brandstof en organisch stof of vezels (papier, hout,
katoen, gras/koren, enz.).
Waarschuwings- en veiligheidsstickers
WAARSCHUWING
Op de heftruck zijn stickers met waarschuwingen en veiligheidsvoor-
schriften aangebracht om informatie te verschaffen over de bediening
en mogelijke risico's. Het is belangrijk dat alle veiligheidsstickers goed
zichtbaar en leesbaar op de heftruck zijn aangebracht
Controleer of alle veiligheidsstickers op de juiste plaatsen op de heftruck
zijn aangebracht. Zie de Onderdelenhandleiding voor de juiste plaatsing
van de veiligheidsstickers.
Onderhoudsprocedures om de 8 uur of dagelijks
www.duma-rent.com
Gebruik de volgende procedure als er nieuwe stickers moeten worden aan-
gebracht:
WAARSCHUWING
Ontvettingsmiddelen kunnen brandbaar en giftig zijn en huidirritatie
veroorzaken. Wanneer er ontvettingsmiddelen worden gebruikt, volg
dan nauwgezet de aanbevelingen van de fabrikant.
1. Controleer of het oppervlak droog en niet met olie of smeermiddel is
bedekt. Gebruik geen oplosmiddel op nieuwe lak. Reinig oppervlakken met
oude lak met een ontvettingsmiddel.
2. Verwijder het papier van de achterkant van de sticker. Raak de plakzijde
niet aan.
3. Houd de sticker voorzichtig in de juiste positie boven het oppervlak. De
sticker kan niet meer worden verwijderd als de sticker het oppervlak heeft
geraakt. Breng de sticker op het oppervlak aan. Controleer of er geen lucht-
bellen onder de sticker aanwezig zijn en of de randen en hoeken goed
hechten.
Veiligheidsvoorzieningen voor de bestuurder
(veiligheidsgordel en stoelrails)
De heupgordel, de stoel en de bevestiging ervan maken alle deel uit van de
veiligheidsvoorzieningen voor de bestuurder. Elk onderdeel ervan moet
goed gecontroleerd worden om er zeker van te zijn dat het stevig vastzit,
naar behoren functioneert en in goede staat verkeert. Zie Figuur 22.
Onderhoud
137
Advertenties
Inhoudsopgave
