Onderhoud
1. Verwijder de tankdop. Controleer of de juiste brandstof voor het type
motor van de heftruck is getankt. Zie Tabel 23 voor de vereiste brandstof-
specificatie. Maak de tankdop schoon.
2. Plaats de tankdop terug.
Wielen, banden en bandenspanning
Wielen van de heftruck verwijderen
WAARSCHUWING
Het bandtype en de bandenspanning worden op de naamplaat ver-
meld. Controleer of de naamplaat klopt voor wat betreft het type ban-
den op de heftruck.
Alleen hiervoor opgeleid personeel mag wielen en banden verwisselen
of repareren.
Draag altijd een veiligheidsbril.
Gebruik altijd een bandenpomp met een klem bij deflatie of het aan-
passen van de bandenspanning. De bandenpomp moet worden uitge-
rust met een drukmeter en een slang van minimaal 3 m (10 ft) lengte.
Bij deflatie of aanpassen van de bandenspanning moet de monteur
niet op lijn staan met de as van het wiel. Zie Figuur 37.
Het aanpassen van de bandenspanning is alleen toegestaan indien de
resterende luchtdruk hoger is dan 80 %, zoals aangegeven op de
naamplaat.
Als de band wordt verwijderd uit de heftruck en plat op de grond ligt,
moet de monteur geen lichaamsdeel binnen de diameter van de band
hebben bij aanpassing van de bandenspanning. Zie Figuur 38.
162
www.duma-rent.com
Banden kunnen exploderen en ernstig of dodelijk letsel veroorzaken
als de bovenstaande procedures niet worden gevolgd.
1.
ACCURATE IN-LINE DRUKMETER
Figuur 37. Afstel- en deflatiepositie