7.0 ELEKTRICITEIT
EN BEDRADING
7.1 Algemeen
7.2 Voedingslijn
Aansluiting op het elektriciteitsnet mag alleen door gekwalificeerde personen
gebeuren en moet in overeenstemming zijn met alle van toepassing zijnde IEE
richtlijnen. De voedingslijn naar de condensor moet voorzien zijn van een
hoofdschakelaar. De minimum kruipwegafstand tussen de contacten moet groter
zijn dan 3mm. Alle elektrische verbindingen moeten via de voorziene
aansluitklemmen worden aangesloten in de schakelkast (zie fig. 3). Volg hierbij
nauwkeurig het meegeleverd bedradingsschema. In de bedradingskast is er een
bedradingsschema van elk toestel terug te vinden (zie fig. 6).
De voedingsspanning
Teneinde een optimale werking te garanderen, moet de elektriciteitsvoorziening
naar het toestel toe beantwoorden aan strikte condities. De voedingsspanning
bevindt zich binnen de ± 10% of correspondeert met de gegevens vermeld op het
kenplaatje. Volg de instructies hieronder om dit na te gaan.
Als de condensor werkt op een spanning die niet binnen de
voorgeschreven waarden ligt, dan vervalt het recht op garantie. Zie
waarschuwingslabels pagina 3.
Als de stroomtoevoer niet binnen de voorgeschreven waarden ligt, neem dan
contact op met de elektriciteitsmaatschappij vooraleer het toestel te starten.
Controleer voedingsspanning – Controleer
kenplaatje.
Meet
en
stroomonderbrekers. Alle afleeswaarden moeten binnen het toegestane bereik
liggen.
Compressoren van het TFD-type hebben een interne motorbeveiliging. In geval
van overbelasting of een te hoge temperatuur schakelt deze bescherming de drie
motorcircuits uit.
Compressoren van het TWD-type hebben een motorbeveiliging voorzien van een
externe elektronische regelmodule met vier thermistoren. De module zal de
stroom uitschakelen en gedurende 30 minuten onderbroken blijven als de motor
een voorgedefinieerde waarde overstijgt.
OPMERKING : Het uitvallen van de elektrische stroom resulteert in het
onmiddellijk heropstarten van de module. De module werkt met een
tijdvertraging van 30 minuten. Gedurende deze periode kunnen de scrolls bij het
bereiken van de maximum motortemperatuur afkoelen. Het heropstarten van de
compressorsensor kan leiden tot een te hoge temperatuur die voor de scrolls
schadelijk kan zijn. Het wordt daarom ten stelligste afgeraden om de spanning
van de module te regelen met de bedieningsstroomketen.
Plaatsing kamerthermostaat
De locatie van de kamerthermostaat is belangrijk. Vermijd het plaatsen van de
kamerthermostaat op warme muren en oppervlaktes. Ook locaties onderhevig
aan tocht of warmtebronnen (e.g. zon) zijn niet geschikt als montageplaats. De
thermostaat of temperatuursensor moet op een trillingsvrije plaats worden
gemonteerd waarbij een hoogte van 1.5m in acht wordt genomen. Volg
nauwgezet de instructies van de fabrikant.
AANDACHT
registreer
elke
spanning
spanningsbereik vermeld op het
per
circuit
aan
0911MASA--NL, pagina
alle
19