Pagina 1
® Reznor 0107T2MLNLNL GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS TYPE ML 1511, ML 1515 & ML 1520 Voldoet aan: Dir. CE 90/396/EEG G.A.D. Dir. CE 89/336/EEG E.M.C. Dir. CE 73/23/EEG L.V.D. Dir. CE 89/392/EEG M.D. NOx-nr. AQ 070 INSTALLATIE INBEDRIJFSTELLING SERVICE GEBRUIKERSINSTRUKTIES GELIEVE DIT DOCUMENT EERST AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS MET DE...
INDEX Blz. 1. Algemeen 2. Technische gegevens 3. Montage 4. Luchttoevoer en afvoer verbrandingsgassen 5. Gasaansluiting 6. Elektrische aansluiting 7. Inbedrijfstelling en werking 8. Onderhoud 9. Storingen 10. Onderdelenlijst 11. Ombouw naar andere gassoort 12. Gebruikersinstrukties Indien bij het toestel opties werden besteld, dienen de afzonderlijke instrukties voor deze opties geraadpleegd te worden.
Speciaal ontworpen muurbeugels zijn verkrijgbaar bij uw Reznor dealer. Na ophanging mag het toestel niet meer kunnen bewegen om spanning op de aan- en afvoerpijp, op de gasbuis en op de elektrische aansluiting te vermijden. Bij plaatsing als garagetoestel, moet de afstand...
4. LUCHTTOEVOER EN VERBRANDINGSGASAFVOER ALGEMEEN Schoorsteensystemen moeten voldoen aan alle buiten, verbetert het werkingsrendement van het van toepassing zijnde reglementeringen. verwarmingssysteem. Het is noodzakelijk alle verbrandingsgassen naar Afmetingen en toleranties in de beschreven aan- buiten af te voeren. Gemeenschappelijke en afvoersystemen zijn gebaseerd op aluminium afvoeren voor meer dan een toestel zijn niet buizen met gladde wand en aansluitingen met toegestaan.
Pagina 7
INSTALLATIE ALS TYPE TOESTEL Fig. 4. SYSTEMEN VOOR TOEVOER VERBRANDINGSLUCHT EN AFVOER VERBRANDINGSGASSEN Inlaatrooster ∅ 80 mm (optie) Als het toestel wordt geïnstalleerd als een type te zijn met een mechanische inlaat met B22, d.w.z. dat de verbrandingslucht uit de te mechanische of natuurlijke trek.
5. GASAANSLUITING Aansluiting op de gasleiding mag uitsluitend door Fig. 5 DETAIL GASAANSLUITING gekwalificeerde personen gebeuren en moet in overeenstemming zijn met alle van toepassing zijnde reglementeringen. Controleer dat de gascategorie in overeen- stemming is met de gegevens op het typeplaatje van het toestel.
7. INBEDRIJFSTELLING EN WERKING Het toestel werd, vóór het verlaten van de fabriek, branderrelais te verwijderen en een DC micro- volledig op zijn goede werking getest. Indien de ampèremeter tussen deze twee klemmen aan te installatie conform deze instrukties werd uitgevoerd, kan sluiten.
8. ONDERHOUD Alvorens aan een onderhoudsbeurt te beginnen, Fig. 6 de gaskraan sluiten. De elektrische voeding pas uitschakelen nadat de luchtventilator is gestopt. Het is ten zeerste aanbevolen tenminste één onderhoudsbeurt per jaar door te voeren. Afhankelijk van de omgeving waarin het toestel werd geïnstalleerd, zal vaker onderhoud nodig zijn.
Pagina 11
Fig. 8 DEMONTAGE VAN DE ROOKGASVENTILATOR Legende 1. Ventilatorhuis 2. Turbine 3. Montageplaat 4. Koelschijf 5. Motor Fig. 9. Critische maten Gaskraan sluiten en spanning uitschakelen nadat de luchtventilator is gestopt. Verwijder het servicepaneel. Verwijder de elektrische aansluitingen van de rookgasventilator.
ONTSTEKING, BRANDERS EN WARMTE-WISSELAAR Na het verwijderen van het branderrek kan elk Inspecteer de gloei-ontsteker en vervang indien element van de warmtewisselaar gereinigd worden door gebruik te maken van een doek of nodig. Attentie: de gloei-ontsteker is zeer zachte borstel en perslucht. Reinig binnen- en broos en moet met de nodige voorzichtigheid buitenzijde.
Pagina 13
Toestel geeft onvoldoende warme lucht Controleer gasinlaatdruk. Controleer branderdruk. Gasfilter vuil of verstopt. Maximaalthermostaat LC1 schakelt brander uit (zie 6). Drukverschilschakelaar schakelt relais uit (zie 4). Maximaalthermostaat LC1 schakelt brander uit Schakeltemperatuur 51°C. Onvoldoende luchtstroom. Luchtschoepen te ver gesloten. Brander overbelast; controleer inlaatdruk. Ventilatorthermostaat schakelt ventilator niet of te laat in.
Inspuiter ∅ 1,70 mm (G25) 07 25801 170 alle Inspuiter ∅ 0,90 mm (G30/31) 07 25801 090 ML 1511 Inspuiter ∅ 0,85 mm (G30/31) 07 25801 085 ML 1515 Inspuiter ∅ 1,00 mm (G30/31) 07 25801 100 ML 1520...
12. GEBRUIKERSINSTRUKTIES WERKING Onder de warmtewisselaar wordt gas verbrand d.m.v. Schakel de elektrische voeding in. een atmosferische brander. De gasbrander wordt Controleer of de eventuele tijdschakelaar op gestuurd door een dubbele gasklep 'AAN' staat. elektronisch branderrelais dat wordt aangestuurd door Stel de ruimtethermostaat in op de gewenste een externe sturing, b.v.