Inhoudsopgave
Advertenties
BELANGRIJK
Alle controles moeten
uitgevoerd worden door een
erkend koeltechnicus
bevoegd om te werken met
koelmiddel R-410A.
Apparatuur en materiaal
MOETEN geschikt zijn
voor het koelmiddel
R-410A.
9.2.2 Werkingsvolgorde
Werkingsvolgorde bij een drietraps koelsysteem, #1 (koelkring A
compressor), dan #2 (koelkring B compressor) en tenslotte #1 en #2 (zowel
koelkring A als koelkring B van de compressoren).
9.2.3 Koudemiddelinhoud
VOORBEREIDING
Om oververhitting en nakoeling te verifiëren, is een buitentemperatuur
tussen 21°C en 35°C vereist. Indien de buitentemperatuur niet binnen dit
bereik valt, dient men eerst de fabrikant te raadplegen vooraleer het
koelmiddel bij te vullen.
Hou rekening met een looptijd van 30 minuten vooraleer stabilisatie van het
systeem optreedt.
Controleer zowel koelkring A als koelkring B – zorg voor een strikte
scheiding tussen beide koelkringen alvorens de oververhitting en
onderkoeling te meten.
9.2.3.1
Vaststellen nakoeling
Meet en noteer de temperatuur en druk van de vloeistofleiding ter hoogte van
de condensoruitlaat
STAP 1) Registratie metingen:
Temperatuur = ________°C
Druk = _______________barg
STAP 2) Zie omrekeningstabel temperatuur/druk pagina 40 om de
gemeten druk (STAP 1) te herleiden in _______°C
STAP 3) Verminder de berekende temperatuur (STAP 2) met de
gemeten temperatuur (STAP 1)
__________°C -__________°C = __________C° nakoeling
Aanbevolen nakoeling bij buitentemperatuur gelegen tussen 21°C en
35°C is 7-8 K.
Te grote nakoeling wijst op te veel koelmiddel. Om nakoeling te reduceren
dient men overtollig koelmiddel af te tappen. Te lage nakoeling wijst op te
weinig koelmiddel. Om nakoeling te verhogen, dient men traagjes het
koelmiddel R-410A bij te vullen.
Vermijd dat koelmiddel ontsnapt aan de atmosfeer. Het vullen of
aftappen van koelmiddel moet worden uitgevoerd door een
gekwalificeerd persoon conform de geldende wetgeving in het
betreffende land.
WAARSCHUWING
0911MASA--NL, pagina
27
Advertenties
Inhoudsopgave
