9.3 Controles na
inbedrijfstelling
9.2.3.2
Vaststellen oververhitting
Meet en noteer de temperatuur (zorg dat sonde wordt afgeschermd van de
omgevingstemperatuur) en de druk in de zuigleiding ter hoogte van de
compressor ingang
STAP 1) Registratie metingen:
Temperatuur = ________°C
Druk = _______________barg
STAP 2) Zie omrekeningstabel temperatuur/druk pagina 40 om de
gemeten druk (STAP 1) te herleiden in _______°C
STAP 3) Verminder de berekende temperatuur (STAP 2) met de
gemeten temperatuur (STAP 1)
__________°C -__________°C = __________°C oververhitting
Aanbevolen oververhitting bevindt zich tussen 4,5-6,7°C.
Te grote oververhitting wijst op te weinig koelmiddel in de verdamper. Te
lage oververhitting wijst op een te veel aan koelmiddel in de verdamper. Dit
kan leiden tot vloeistofoverslag naar de compressor. Draai de instelspindel
van de expansieklep met de wijzers van de klok mee om de oververhitting te
vergroten en tegen de wijzers van de klok in om deze te verkleinen.
Vergewis u ervan dat alle controles succesvol werden uitgevoerd en dat de
installatie op correcte wijze functioneert.
van alle overbodige zaken. Kijk of alle panelen en deuren op een degelijke wijze
werden bevestigd.
Controleer dat het 'opstartingsformulier' volledig werd ingevuld. Na de
inbedrijfstelling wordt het aanbevolen om deze handleiding samen met alle
andere informatie (zoals : vervolledigd opstartingsformulier, garantie-
formulier en alle andere meegeleverde instructies) te verzamelen in een map.
Geef deze map ter bewaring aan de eigenaar van het gebouw .
Zorg dat de opstellingsplaats vrij is
0911MASA--NL, pagina
28