Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstukken 4
Controleren van de rotor van de
buitenboordwaterpomp
Voorzichtig: Wanneer de rotor wordt gecontroleerd,
moet ook het filter in de uitlaatslang van de
buitenboordwaterpomp worden gecontroleerd; zie
pagina 27.
1.
Controleer of de buitenboordkraan gesloten is.
2.
Draai de zes afstelschroeven los (B1) waarmee
de eindplaat van de buitenboordwaterpomp is
bevestigd en verwijder de plaat. Wanneer de
eindplaat van de buitenboordwaterpomp wordt
verwijderd, zal er wat buitenboordwater uit de
pomp vloeien.
3.
Verwijder de rubberen eindkap (A2) en trek
vervolgens de rotor van de as.
4.
Reinig de pasvlakken van het pomphuis en de
eindplaat.
5.
Inspecteer de rubberen rotor op overmatige
slijtage of beschadiging en vervang deze, indien
nodig.
6.
Breng een laagje Spheerol SX2 vet aan op de
bladen van de nieuwe rotor en breng de rotor in
het huis aan met de bladen rechtsom gebogen
(A). Breng de rubberen eindkap aan.
7.
Breng afdichtmiddel aan op een nieuwe pakking
en breng de pakking aan op het huis waarbij
het ruime gedeelte van de pakking over de
excentrieke plaat (A1) in het huis valt. Breng de
eindplaat aan en haal de eindplaatschroeven
aan.
8.
Open de buitenboordkraan.
Page 28
TPD1369D
Advertenties
Inhoudsopgave
