Hoofdstukken 3
Hulpbedieningspaneel
Het hulpbedieningspaneel dat wordt getoond in
afbeelding A, wordt gebruikt op vaartuigen met
een extra bedieningslokatie. De schakelaars zijn
waterdicht, maar als het bedieningspaneel op een
open plek is aangebracht, moet het worden afgedekt
wanneer het niet wordt gebruikt.
Hieronder volgt een beschrijving van de
instrumenten en schakelaars op het hulppaneel.
Voorzichtig: Wanneer het akoestische
waarschuwingsmechanisme in werking treedt, wordt
middels waarschuwingslampje(s) op het relevante
hoofdpaneel aangegeven om welke motor het gaat.
Breng het toerental van de betreffende motor terug
naar stationair en zet de motor, indien nodig, stop;
zie pagina 22. Spoor de storing op; zie hoofdstuk 6.
Akoestisch waarschuwingsmechanisme: Treedt
in werking wanneer de oliedruk van de motor te laag
is of wanneer de koelvloeistoftemperatuur te hoog is.
Elektrisch systeem/stopschakelaar motor (A5)
(deze heeft twee standen):
•
OFF (uit): Zet de schakelaar omhoog om het
elektrische systeem uit te schakelen.
•
ON (aan): Zet de schakelaar omlaag om het
elektrische systeem in te schakelen.
Tachometer (A7): geeft het motortoerental aan.
Verwarmings-/startschakelaar (A4): zet deze
omhoog om het koudstartsysteem te activeren
(indien aangebracht) en omlaag om de startmotor in
te schakelen.
Stopknop (A6): druk deze knop in om de motor stop
te zetten.
Waarschuwingslampje (A3): geeft aan dat de
wisselstroomdynamo niet bijlaadt.
Waarschuwingslampje (A2): geeft een te hoge
koelvloeistoftemperatuur aan.
Waarschuwingslampje (A1): geeft een te lage
motoroliedruk aan.
Page 12
TPD1369D