Als u een waarde uit een van de menu's wilt gebruiken, drukt
u op Ï wanneer dat wordt weergegeven. U berekent
waarden voor gegevens met één variabele op dezelfde manier.
Als u (in de ALG- of RPN-modus) bijvoorbeeld het gemiddelde
wilt berekenen van 1, 4 en 9, drukt u op º¡4,
vervolgens op 1/4/9/, en vervolgens op ¹(.
Lineaire regressie
Met de HP 35s kunt u de vergelijking schatten van een rechte
lijn die het beste past bij een set van (x, y)-gegevenspunten
(reële getallen). Stel dat u bijvoorbeeld een passende rechte
lijn wilt vinden voor de volgende gegevenspunten: (1,2), (4,5)
en (9,4). Deze gegevenspunten worden op dezelfde manier
ingevoerd als statistische gegevens. Eerst wist u de registers
met statistische gegevens door op º¡4 te drukken.
Vervolgens voert u (in de RPN-modus) de gegevenspunten in
door op 1Ï2/4Ï5/9Ï4/
te drukken.
Aan de slag 31