Bluetooth
®
Uw telefoon is voorzien van een Bluetooth-
poort. Hiermee kunt u uw telefoon draadloos
verbinden met een headset van een handsf-
ree-set of met andere apparaten die compa-
tibel zijn met Bluetooth.
Houd rekening met de volgende punten voor
een veilige verbinding van de apparaten zo-
dat er geen derden via de radio toegang tot
uw telefoon kunnen krijgen:
• De initiële verbinding tussen twee appara-
ten (pairing) moet in een betrouwbare om-
geving plaatsvinden.
• Beide apparaten moeten zich eenmalig via
een wachtwoord/PIN identificeren. Als er
nog geen PIN voorgeprogrammeerd is,
dient u zo mogelijk een nummercombina-
tie van 16 cijfers te selecteren om voldoen-
de beveiliging te waarborgen
• Overschakelen naar automatisch aanne-
men ("Verbinding zonder bevestiging")
mag alleen bij uitzondering worden
gebruikt.
• De verbinding moet als algemene regel al-
leen via betrouwbare apparaten tot stand
komen om eventuele beveiligingsrisico's
te minimaliseren.
• Wij raden u aan om, indien mogelijk, de
"zichtbaarheid" van uw telefoon te beper-
ken. Hierdoor wordt het voor onbekende
apparaten veel moeilijker om verbinding te
maken met uw telefoon. Schakel hiervoor
de zichtbaarheid in het Bluetooth-menu uit
(pagina 122).
• Bij een Bluetooth-verbinding wordt de
naam van uw telefoon overgenomen. Bij
ontvangst is dat de "Bluetooth-ID". U kunt
deze naam wijzigen als u Bluetooth voor
het eerst inschakelt of later via het
Bluetooth-menu. (Bluetooth-naam,
pagina 122)
Veiligheidsvoorschriften
• Als Bluetooth niet vereist is, dient u deze
functionaliteit uit te schakelen.
Controleer vóór gebruik van Bluetooth-ac-
cessoires of mobiele telefoons in een motor-
voertuig de gebruikershandleiding van
het voertuig om na te gaan of er eventuele
beperkingen zijn voor het gebruik van
dergelijke producten.
5