Beveiliging
Toestel en SIM-kaart zijn met verschil-
lende codes tegen misbruik beveiligd.
Deze codes op een veilige plaats bewa-
ren waar u ze later gemakkelijk terug
kunt vinden wanneer u ze nodig hebt.
PIN-codes
PIN
Beveiligt uw SIM-kaart (PIN
staat voor Personal Identifica-
tion Number).
PIN2-code
Is vereist om de gesprekskos-
tenweergave in te stellen
en voor extra functies van
speciale SIM-kaarten.
PUK-code
Sleutelcode. Hiermee wordt
PUK2-
de blokkering opgeheven van
code
SIM-kaarten die na invoer
van een onjuiste PIN-code
zijn geblokkeerd.
Toestel-
Hiermee beveiligt u uw tele-
code
foon. Moet worden ingevoerd
wanneer de beveiliging voor
het eerst wordt ingesteld.
C
T
¢
¢
¢
PIN-codes
¢
Functie selecteren.
PIN-gebruik
Gewoonlijk wordt u na het inschake-
len van de telefoon gevraagd de
PIN-code in te voeren. U kunt deze
controle uitschakelen, maar dan is
het mogelijk dat onbevoegden uw
telefoon gebruiken. Bij sommige
Beveiliging
providers kunt u deze beveiliging
niet uitschakelen.
PIN-gebruik inschakelen/
Aan/Uit
uitschakelen.
J
PIN-code invoeren.
C
Bevestigen.
PIN wijzigen
U kunt de PIN-code wijzigen in elk
getal van 4 tot 8 cijfers dat u
beter kunt onthouden.
Huidige PIN-code invoe-
J
ren en bevestigen met
C
Nieuwe PIN-code invoeren
J
en bevestigen met
Nieuwe PIN-code opnieuw
J
invoeren en bevestigen
met
C
Bevestigen.
PIN2 wijzigen
(Wordt alleen weergegeven als PIN2 be-
schikbaar is)
Dezelfde procedure volgen als bij
wijzigen.
Toestelcode wijz.
De toestelcode (een getal van
4-8 cijfers) legt u zelf vast zodra u
voor de eerste keer een met een toe-
stelcode beveiligde functie opent.
Deze code geldt dan voortaan voor
alle beveiligde functies.
Om de telefooncode te wijzigen,
gaat u te werk als met
Beveiliging
.
C
C
.
PIN
wijzigen.
27
.
PIN