7.
Reiniging en onderhoud
7.1
Aanwijzingen voor reiniging en onderhoud
Waarschuwing
• Het apparaat moet altijd worden gereinigd na afloop van de werkzaamheden, maar VOORDAT het apparaat
wordt uitgeschakeld.
• De onderhoudsintervallen moeten worden aangehouden.
• De standaard bijgeleverde diepe laadbak moet VÓÓR afloop van het werk uit het apparaat worden
verwijderd en pas na het inschakelen en de initialisatie van het apparaat weer worden geplaatst. Dit om te
voorkomen dat de instellingen veranderen en de grijper beschadigd raakt.
• Open de grijper NIET met de hand! Tijdens noodzakelijke reinigingswerkzaamheden binnen in het apparaat
mag het grijpmechanisme voor de objectglaasjes niet veranderd of gemanipuleerd worden. De rood
geanodiseerde grijpervingers mogen niet handmatig uiteengebogen, samengedrukt of verbogen worden. In
plaats daarvan in ingeschakelde, geïnitialiseerde toestand de toets RELEASE SLIDE indrukken. Dit geldt bij
reinigings- en onderhoudswerkzaamheden, na een noodstop en terwijl het apparaat in werking is.
• Bij de omgang met reinigingsmiddelen de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant en de
laboratoriumvoorschriften in acht nemen.
• Voor het reinigen van de buitenoppervlakken van het apparaat geen oplosmiddelen (zoals alcohol, aceton,
xyleen en tolueen) of oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen gebruiken.
• Kap en behuizing van het apparaat met een mild en pH-neutraal, in de handel verkrijgbaar, huishoudelijk
reinigingsmiddel reinigen. De gelakte oppervlakken zijn maar in beperkte mate bestand tegen
oplosmiddelen!
• Tijdens het werken en bij de reiniging mag geen vloeistof binnen in het apparaat en bij elektrische
contacten komen.
• Blijven na het uitschakelen oplosmiddelen in het apparaat, dan kunnen oplosmiddeldampen ontstaan. Als
het apparaat niet onder een afzuiginstallatie wordt gebruikt, bestaat er gevaar voor brand en vergiftiging!
• Gebruikte reagentia afvoeren met inachtneming van de toepasselijke bepalingen van de plaatselijke
overheid en de afvalverwerkingsvoorschriften van uw onderneming/laboratorium.
• We adviseren om de met oplosmiddel gevulde laadbak na afloop van het werk en vóór het uitschakelen
van het apparaat af te sluiten met een metalen deksel
paklijst) — bestelnr.: 14 0478 39584), uit het apparaat te verwijderen en afzonderlijk onder een afzuigkap
te plaatsen.
• Het apparaat bij langere onderbrekingen en aan het einde van de werkdag uitschakelen.
• Bij langere pauzes en 's nachts moet de dispensernaald in de houder van de parkeerstand worden gezet en
in de oplosmiddelfles worden ondergedompeld.
• Afdekmedium dat op of in het apparaat is gedruppeld (bijv. tijdens het primen of vullen van een
afdekmediumfles) onmiddellijk met een pluisvrije doek opvegen.
• Let erop dat er geen grotere hoeveelheden oplosmiddel in het apparaat worden gemorst (elektronica!). Als
oplosmiddel is gemorst, moet de vloeistof met een absorberende doek direct worden opgeveegd.
• Vóór elk onderhoud de laadbak en de objectglaasjeshouders uit het apparaat verwijderen, het apparaat
uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken.
Leica CV5030
Reiniging en onderhoud
(→ Blz. 19 – 3.3 Standaardleveringsomvang —
7
83