6.
Workstation-procedure
6.1
Gebruik als workstation ST5010 — CV5030
Beide apparaten zijn met elkaar verbonden door middel van een transferstation TS5015.
• Objectglaasjeshouders
transferstation getransporteerd met een transferarm (→ Afb. 46-2).
• De melding
STAINER PROC.
2
4
Afb. 46
• Vervolgens wordt een objectglaasjeshouder naar de Leica CV5030 getransporteerd, in de laadbak
geplaatst en verwerkt.
De lege objectglaasjeshouder wordt na het afdekproces op de glijgoot van het transferstation gezet.
Op het wordt READY
• Als er zich al twee lege objectglaasjeshouders in de glijgoot bevinden, wordt een volgende melding
FULL
(TS VOL) op het display van de Leica CV5030 weergegeven.
• Met een derde objectglaasjeshouder is de glijgoot vol; de afdekautomaat geeft een geluidssignaal en
op het display verschijnen de meldingen
pauzestand. De objectglaasjeshouders moeten worden verwijderd, omdat anders niet meer verder kan
worden gewerkt. Het geluidssignaal met de RESPOND-toets bevestigen.
Leica CV5030
(→ Afb. 46-3)
worden uit het ontlaadstation
(KLEURINGSAUTOMAAT PROC.) verschijnt op het display.
1
3
weergegeven.
TS FULL
Workstation-procedure
(→ Afb. 46-1)
en PAUSED. De afdekautomaat bevindt zich nu in de
6
naar het
TS
75