Bijlage A — Gebruiksspecifieke aanwijzingen en aanbevelingen
12.2 Objectglaasjeshouders van de andere fabrikanten
Leica staat niet garant voor de kwaliteit van objectglaasjeshouders van andere fabrikanten en kan
niet garanderen dat dergelijke objectglaasjeshouders goed in het apparaat werken. Het gebruik van
objectglaasjeshouders van andere fabrikanten gebeurt op eigen verantwoordelijkheid.
• Voor het gebruik van objectglaasjeshouders van andere fabrikanten zijn speciale bakinzetstukken nodig,
die staan vermeld bij Optionele toebehoren.
• Ook bij objectglaasjeshouders van andere fabrikanten wordt aanbevolen om ze regelmatig te controleren
op beschadiging, verontreiniging en vervorming. Deze factoren in combinatie met de andere constructie
van de objectglaasjeshouders van andere fabrikanten kunnen leiden tot storingen in het apparaat.
Daarom moet met name bij het gebruik van objectglaasjeshouders van andere fabrikanten erop worden
gelet dat deze intact zijn.
12.3 Objectglaasjes en grijpermechanisme
Het nieuwe grijpmechanisme is te herkennen aan de rood geanodiseerde grijpervingers van de
objectglaasjesgrijper. De wijziging gaat in bij SERIENUMMER 3000 voor de Leica CV5030.
Waarschuwing
Attentie! Tijdens noodzakelijke reinigingswerkzaamheden binnen in het apparaat mag het grijpmechanisme
voor de objectglaasjes niet veranderd of gemanipuleerd worden. De rood geanodiseerde grijpervingers mogen
niet handmatig uiteengebogen, samengedrukt of verbogen worden.
Het nieuwe grijpmechanisme is geschikt voor alle objectglaasjes die volgens ISO 8037-1:1986 zijn
vervaardigd en de volgende randeigenschappen hebben:
1.) 90° geslepen
2.) 90° gesneden
3.) 45° geslepen
4.) Gevatte randen (geslepen of prismavorm)
5.) Afgeschuinde hoeken met de hierboven beschreven randeigenschappen
Leica CV5030
12
115