11 Het computer- interface
11.5 Foutmeldingen
Ter controle, of de naar het TWIN-CENTER
gezonden tekens ook correct werden begrepen,
zendt het TWIN-CENTER de op via de ontvangst-
leiding aangekomen tekens, per omgaande, over
de zendleiding naar de computer terug.
Dit proces is het zogenaamde "echo bedrijf".
Worden de teruggezonden tekens in het beeld-
scherm van de computer getoond, dan heeft de
gebruiker de bevestiging dat het TWIN-CENTER
zijn commando's heeft begrepen.
Komen er geen tekens van het TWIN-CENTER
terug, dan is er of geen verbinding aanwezig, of is
het TWIN-CENTER niet voor ontvangst gereed.
Het echobedrijf maakt het ook een communicatie
mogelijk van computers met het TWIN-CENTER,
die dit hardware- protocol over de vier stuurlijnen
niet ondersteunen.
Worden door de computer foutieve gegevens
verzonden, dan kan het TWIN-CENTER met drie
verschillende foutmeldingen reageren:
X = kanaalfout
Het TWIN-CENTER meldt een "X", wanner men
een ongeldig adres probeert aan te spreken.
Y = Functiefout
Wanneer de functie, die moet worden uitgevoerd,
fout is, wordt dit met een "Y" aangegeven.
Foutieve functies zijn b.v.:
• Instellen van de rijstap "16" (er zijn
slechts 15 rijstappen)
• Versnellingstap "9" (er zijn slechts 8
versnellingstappen)
Z = sequentiefout
Foutmelding van een wisselstraat 1-48, die niet in
het TWIN-CENTER werd geprogrammeerd.
ITijdens het speelbedrijf kunnen zowel via
de
computer
als
stuuropdrachten worden ingegeven.
54
via
het
TWIN-CENTER
11.6 Computerkabel
Zoals al aangegeven, wordt het TWIN-CENTER
door een normale 9-polige modem- kabel, waar-
bij alle aansluitingen 1 op 1 van 9-polige male-
stekker naar 9-polige female- stekker zijn
bedraad, met de computer verbonden. In het
geval, dat dit niet tot het gewenste resultaat leidt,
hieronder enige verdere aanwijzingen.
De computer- aansluitbus 6 van het TWIN-
CENTER is als volgt bedraad:
5
9
4
DTR
8
3
7
2
6
DSR
1
CD
De draden 2,3,5 en 8 gaan naar de computer.
De draden 1,4 en 6 zijn in het TWIN-CENTER met
elkaar verbonden.
Bij een verbinding met een 9-polige male-
connector worden normaal gesproken alle aan-
sluitingen 1 op 1 bedraad. Worden nu de vier
aansluitingen 2,3,5 en 8 met elkaar verbonden,
dan moeten bovendien de aansluitingen 1,4 en 6
aan de computerzijde met elkaar worden verbon-
den.
5
9
4
8
3
7
2
6
1
Bij de verbinding met een 25-polige male-
connector, zoals die bij oudere computers in
gebruik zijn, wordt u verzocht een normaal in de
handel te verkrijgen adapter te plaatsen aan de
computerzijde van de kabel. Hiervoor moeten de
aansluitingen 2,3,5 en 8 van het TWIN-CENTER
in volgorde met de aansluitingen 3,2,5 en 7 van
de 25-polige aansluitstekker worden verbonden.
GND
niet aangesloten
CTS
TX (Data van computer)
niet aangesloten
DTRRX (Data naar computer)
5
9
4
8
3
7
2
6
1