AC- rijregelaar- mode
De AC- rijregelaar- mode stuurt
locomotieven aan die normaal
gesproken aangestuurd worden
met een wisselstroomtrafo voor
0
100
3-rail- wisselstroom- systemen.
In deze gebruiksmode wordt de snelheid door het
naar rechts draaien van de regelaar verhoogd en
door het naar links draaien verlaagd. Is de max.
snelheidstrap of de nulstand bereikt dan heeft het
verder draaien van de regelaar geen invloed meer.
De snelheid nul of de maximale snelheid wordt
dan aangehouden.
De rijrichting wordt in deze gebruiksmode door
een lichte druk op de knop veranderd. Het
inschakelen van de omschakelaar tijdens de rit
laat de loc eerst stoppen. Daarbij stopt de loc
direct met noodstop (FMZ, DCC). Bij het opnieuw
draaien van de regelaar naar rechts schakelt de
loc nu naar de andere rijrichting om.
Voorinstelling
Bij het afleveren is de DC- rijregelaar- mode ge-
activeerd. Veranderingen kunnen in het basis-
instellingen menu van het TWIN-CENTER worden
uitgevoerd.
En zo wordt het gedaan:
• [menu]-toets drukken
• [mode]-toets drukken
• Met de [↓]-toets naar het menu
"Bediening" bladeren
• Verder met de [→]-toets
• Met de [↓]- toets naar het menu
"Rijregelaar" bladeren
• Verder met de [→]-toets
• Met de [↓]-toets naar de gewenste
mode bladeren (DC of AC rijregelaar)
• Instellingen met de [↵]-toets bevestigen
• Met de [menu]-toets terug naar het
rijbedrijf
7.3.2
Rijstappen tonen
Fabrieksinstelling is "direct ".
Voor het tonen van de voertuigsnelheid in het
display kunnen twee verschillende manieren
worden gekozen.
Direct*
Hierbij
wordt
de
rijstanden al naar gelang het dataformat 0-14,
0-15, 0-27, 0-28 of 0-126.
Procentueel
De weergave is onafhankelijk van het gekozen
dataformat in procenten van de maximale
snelheid.
En zo wordt het gedaan:
• [menu]-toets drukken
• [mode]-toets drukken
• Met de [↓]-toets naar het menu
"Bediening" bladeren
• Verder met de [→]-toets
• Met de [↓]-Ttoets naar het menu
"Rijstappen tonen" bladeren
• Verder met de [→]-toets
• Met de [↓]-toets naar de gewenste
mode bladeren
• Instellingen met de [↵]-toets bevestigen
• Met de [menu]-toets terug naar het
rijbedrijf
7.4
Licht- en speciale functies
Met de functietoetsen kunnen de verlichting- en
speciale functies van de loc- en functiedecoders
geschakeld worden, resp. bij FMZ- decoders
kunnen verschillende speelfuncties ingesteld
worden.
[function]
De [function]-toets schakelt de lichtfunctie van
de loc aan.
[off]
Het loslaten van de [off]-toets schakelt het licht
uit. Zolang de [off]-toets ingedrukt wordt is de
verlichting aan, ook wanneer deze voorheen niet
door de [function]-toets was ingeschakeld.
7 De rijregelaar
snelheid
aangegeven
in
29